hsgbbehk v
bPvoeadheden voorzitter
ftrtikel 40
1. Onverminderd hetgeen deze regeling overigens te dien aanzien bepaalt, is de
voorzitter belast met:
a. het ontvangen en openen van alle tot het bestuur van het openbaar lichaam
gerichte stukken;
b. het zorg dragen voor een goede en spoedige behandeling en afdoemng van
zaken door de bevoegde bestuursorganen;
c. de ondertekening van alle besluiten, brieven en andersoortige stukken, die
uitgaan van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en van hemzelf;
d. de formele vertegenwoordiging van het openbaar lichaam in en fcuiten recht.
2. De voorzitter kan, behoudens de beperkingen die het Algeraeen Bestuur en/of
het Dagelijks Bestuur ten aanzien van hun besluiten stellen, onder zijn
verantwoordelijkheidincidenteel en/of algemeen aan een ander opdragen:
a. de ondertekening van stukken;
b. de formele vertegenwoordiging van het openbaar lichaam in en fcuiten recht.
3De in het tweede lid bedoelde opdracht wordt bij voorkeur gegeven aan de
secretaris of aan de directeur.
4. Bij de vertegenwoordiging bedoeld in het eerste lid onder d kan het openbaar
lichaam slechts rechtens jegens anderen warden verbonden indien en voor zover
daarbij wordt gehandeld krachtens een besluit van het daartoe bevoegde
orgaan.
5. Het bepaalde in het derde lid van artikel 39 is mede van toepassing ten
aanzien van de taak en de bevoegdheden van de voorzitter.
bevoeadheden andere
bestuursfunctionarissen
Artikel 41
1. Met inachtneming van de bij of krachtens de wet en deze regeling gegeven
voorschriften regelt het Dagelijks Bestuur de taak en de bevoegdheden van de
secretaris en die van de penningmeester.
2. Het Dagelijks Bestuur brengt de op grand van het eerste lid genemen
besluiten, aigrate wijziging en intrekking daarvan, ter kennis van het
I Algemeen Bestuur.
Tnformatieinsoraak en verantwoordilYT
informatierecht A.B.:
informatieplicht D.B.
Artikel 42
1. Het vragen van inlichtingen can het Dagelijks Bestuur of aan een of meer
leden daarvan door een of meer leden van het Algemeen Bestuur op grand van
artikel 16, tweede lid, van de wet geschiedt in de regel schriftelijk.
2. Het Dagelijks Bestuur of een of meer leden daarvan verstrekken de hun
overeenkanstig het eerste lid gevraagde inlichtingen in de regel schriftelijk
binnen een maand na de ontvangst van het desbetreffende verzoek.
3. Het verzoek en de verstrekte inlichtingen, in de vcargaande leden bedoeld,
warden cnverwijld medegedeeld aan het Algemeen Bestuur.
17