£aa& bpvneodheden ^part-ear a.a. 1. De directeur staat aan het hoofd van de bestuursacademie. 2. Voor de vervulling van zijn taak en de uitoefening van zijn bevoegdheden is de directeur verarrtwoording schuldig aan het Dagelijks Bestuur en door tussenkanst van het Dagelijks Bestuur desverlangd aan het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur kan omtrent de wijze en de inhcud van deze verantwoordingsplicht op voorstel van het Dagelijks Bestuur, de directeur gehoord, regels stellen. 3. Met inachtneraing van het eerste lid, artikel 53 en de verordeningen bedoeld in artikel 57, kan het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur, de directeur gehoord, de taak, de bevoegdheden en de rechten en plichten van de directeur, alsmede diens vervanging bij afwezigheid nader regelen. 4. Indien en voor zover het derde lid geen toepassing heeft gevonden voorziet het Dagelijks Bestuur, de directeur gehoord, en aider dezelfde voorwaarden i als dat lid noerat, in een regeling van de daargenoemde onderwerpen. *5. Binnen het raam van de bij en krachtens deze regeling gegeven voorschriften en onder inachtneming van de regels, bedoeld in het derde en/of het vierde lid van dit artikel bepaalt de directeur na nauwgezet overleg met de belanghebbende personeelsleden de taak, de bevoegdheden, de rechten, de plichten en de verantwoordel i jkheid van laatstgenoemden. In deze bevoegdheid zijn ten aanzien van docerende personeelsleden begrepen de bepaling van de inhoud en de cravang van leeropdrachten en al hetgeen daarmede vertoand hcudt. Het Dagelijks Bestuur kan de directeur aanwijzingen geven antrent de uitoefening van de in dit lid craschreven bevoegdheden. HDCSDSTOK vm Financier* baten. lasten. financiering kl. De baten van het openbaar lichaam worden aider meer gevormd door: a. de les- en cursusgelden; b. de deelnemersbijdragen; c. de opbrengst van eigendaisnen en bezittingen; d. de baten bedoeld in artikel 66; e. andere al dan niet toevallige baten. 2. In de behoeften aan financieringsmiddelen kan worden vcorzien door het sluiten van geldleningsovereenkonsten uit kracht van een besluit van het Algemeen Bestuur. 3. In tijdelijke behoeften aan kasgeld (vlottende middelen) kan worden voorzien door het sluiten van daartoe geeigende overeenkcmsten uit kracht van een incidenteel of een algemeen besluit van het Algemeen Bestuur. 4. Tijdelijk overtollig kasgeld kan voor een korte termijn, die een jaar niet te boven gaat, worden uitgeleend uit kracht van een besluit van het Dagelijks Bestuur. Dit besluit wordt medegedeeld aan het Algemeen Bestuur. 5. Tot de lasten van het openbaar lichaam behoren aider meer: a. de kosten van bestuur; b. de kosten van oprichting en instandhcuding van de bestuursacadesnie, haar vestigingen en andere lokaties; 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1989 | | pagina 47