vestigingen en andere lokaties;
c. de kosten van het bestuursdienstonderwijs dat door de bestuursacaderaie
wordt verzargd;
d. de lasten bedoeld in artikel 66;
e. de perscmeelslasten voor zover niet reeds begrepen in de onder a tot en
met d genoemde lasten.
6. Het openbaar lichaam kan reserves hebben.
les- en cursusaelden Artikel
1. Het Algemeen Bestuur stelt algemene regels amtrent de heffing en de inning
van les- en cursusgelden.
2. De heffing en de inning van de in het eerste lid bedoelde gelden worden
nader geregeld door het Dagelijks Bestuur met inachtneming van de algemene
regels bedoeld in dat lid.
3. Voor de regeling bedoeld in het eerste en het tweede lid kan gebruik warden
gemaakt van de bevoegdheid, genoemd in artikel 10, derde lid onder c, indien
en voor zover het Algemeen Bestuur dit bepaalt.
deelnemersbi idraaen
AT-Hkgl 61
1. De deelnemers zijn verplicht bij te dragen in de lasten van het openbaar
lichaam naar regels die in en krachtens dit artikel zijn en warden gesteld.
2. De berekening en de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde bijdragen
worden in elk geval gebaseerd op:
a. een vaste jaarlijkse in gezamenlijk overleg van het Algemeen Bestuur en de
algemene besturen van de waterschappen te bepalen bijdrage van de deelne-
mende waterschappen die echter gedurende de eerste viif iaren te rekenen
van 1 januari 1988 af voor deze deelnemers gezamenlijk niet minder dan
f 21.000,per academiejaar beloopt
b. een zodanig procentuele verdeling van de alsdan resterende netto-lasten,
dat:
- de deelnemende gemeenten gezamenlijk 87*5% en
- de deelnemende provincies gezamenlijk 12*5%
daarvan dragen.
Vervolgens worden de bijdragen van de deelnemende gemeenten uitgedrukt in een
bedrag per inwoner, welk bedrag voor alle gemeenten gelijk is.
3. Wijziging van de in het tweede lid genoemde percentages kan plaatsvinden:
a. bij toetreding en uittreding van deelnemers;
b. overigens bij gebleken noodzakelijkheid.
Wijziging geschiedt alsdan bij besluit van het Algemeen bestuur genomen in
een openbare vergadering.
4. Met inachtneming van het in de voorgaande leden bepaalde stelt het Algemeen
Bestuur een nadere regeling vast amtrent de berekening en de vaststelling van
de deelnemersbi jdragen, het tijdstip van haar verschuldigdheid, de verlening
van voorschotten daarop en de eindafrekening naar de werkelijke lasten.
24