De j jk>ya-iH van de hoofdstukken IV en I betekent intussen dat tal van
onderwerpen geen pi aats in de gemeenschappelijk regeling (mogen) vinden, cmdat
zij reeds uitputtend in de W® zijn geregeld. Andere onderwerpen daarentegen
moeten worden opgencraen in de regeling cmdat de WGR dat eist. Tenslotte stelt de
WGR grenzei aan de regeling van weer andere zaken. In het hiemavolgende wordt
waar dat ter toelichting nodig is aandacht geschonken aan deze wetsbepalingen.
De regeling zelf herinnert hier en daar aan de werking van wetsbepalingen.
Hoewel een dergelijke her innering in feite en ook de jure overbodig is, gebeurt
zij waar dat nodig is ter wegneming van twijfel en/of ter verduidelijking on
sens cm het aanvullende karakter van een bepaling te onderstrepen.
Meestal kemt dit tot uitdrukking in clausules als "Cnverrainderd artikel
van de wet enz. enz. enz.".
B- HET CMTWB?P-CTffiBEQRPPELIJKE KBSEUMG
T. Hoofdliinen
reeds is gezegd is van de bli jkens artikel 8 van de WGR voorhanden vormen
die van de instelling van een openbaar lichaam gekozen (andere vormen zijn: zg.
eerivoudige regeling; de figuur van de centrale gemeente: vorming van een
gemeenschappelijk orgaan)Krachtens wetsduiding is een openbaar lichaam
rechtspersocn. Artikel 8 van het ontwerp voorziet in de vorming van een openbaar
lichaam. Het geeft aan dit lichaam en aan het daarbij tevens opgerichte
onderwi jsinstituut de naam Bestuursacademie Noord-NederlandL. Rasterhoff-
Aacademie. Deze naam past bij de strekking en de cravang van de taak die de
regeling in de samenwerking brengt, alsmede bij het ter verwezenlijking daarvan
in het leven geroepen onderwi js- en vormingsinstituut. Hierbij wordt nog
aangetekend dat een dergelijke naamgeving binnen het bestuursdienstonderwijs in
ens land inmiddels gebruikelijk is geworden. Alle andere dan de Noordelijke
bestuursscholen dragen reeds de aanduiding bestuursacademie in hun naam. De
academie is voorts vemoemd naar de man, die de stoot heeft gegeven voar het tot
averheidsdienst verheffen van het bestuursdienstenderwijs en daarin ruimschoots
zijn sporen heeft verdiend, wijlai de heer L. Rasterhoff.
De samenwerking zelf - het bleek reeds eerder - is van meet aan breed cpgezet.
^Het ontwerp gaat er dan ook van uit dat deelnemen alle oeroeenten in Drenthe,
Friesland en Grcaiingen, de provincies Drenthe, Friesland en Grcningen en de
drie, eerder ggxsemde, ^t^^Ty^psbonden. Deze zullei allen noeten zijn
vertegenwoordigd in het Alaemeen Bestuur van het openbaar lichaam (artt. 52,
jo.95, 12 en 13 WGR).
Op het punt van de representatie van de deelnemers in het Algemeen Bestuur kent
de wet nevens de algemene regel van de per deelnemer gelijke vertegenwoardiging
ook mogelijkheden van groepsvertegenwoordiging, meervcuiige vertegenwoordiging,
niet-gelijktijdige vertegenwoordiging (dus: bij toerbeurt) en meervcudig
stemrecht.
De werkelijke betrokkenheid van de deelnemers aan deze regeling kant het meest
tot haar recht indien elke deelnemer rechtstreeks in het Algemeen Bestuur is
vertegenwoordigd. Daarcm bevat het ontwerp de regel van de gelijke
vertegenwoordiging van alle deelnemers. Aan elke deelnemer kcrat derhalve een
zetel in het Algemeen Bestuur toe.
30