F. Speel-o-theek.
De speel-o-theek is in de gemeente Leeuwarderadeel een nieuw initiatief.
In 1988 werd hiervoor voor het eersc een subsidie-aanvraag in het kader
van het gemeentelijk welzijnsbeleid ingediend.
In het Welzijnsprogramma 1988" werd de speel—o—theek een startsubsidie
toegekend van:
een ddnmalig subsidie voor de aanschaf van materialen,
inrichtingskosten e.d.: f 2.725
en
een ddnmalig exploitatiesubsidie voor 1988 voor het
opvangen aanloopverliezen tot een maximum van: - 1.750,
.Totaal: J 4.475,'
Ingaande 1989 zal de speel-o-theek naar een sluitende exploitatie zonder
subsidie(s) moeten zoeken.
G. Kinderspeelplaatsen.
Ook een nieuw onderdeel van het brede gemeentelijk welzijnsterrein is
het beheer van de in de afgelopen jaren op verschillende plaatsen in de
gemeente op openbaar groen opgerichte kinderspeelplaatsen.
In 1988 werd hiervoor een subsidieregeling met een tweetal elementen
gekreSerd:
de mogelijkheid voor een startsubsidie; en
een reservering "Groot onderhoud kinderspeelplaatsen".
Basis voor deze regeling is dat het beheer c.q. dagelijks onderhoud van
de op openbaar groen opgerichte kinderspeelplaatsen door het/de betref-
fende dorp/wijk wordt opgepakt. Hierin is op dit moment, met uitzonde—
ring van de wijk d'OriSnt, voorzien.
H. Muziekonderwijs.
Het huidige muziekonderwijs in de gemeente Leeuwarderadeel beperkt zich
sinds een aantal jaren tot de algemene muzikale vorming. Ook in 1988 is
hierin geen verandering gekomen. Het ontbreken van financiSle middelen
voor nieuw beleid was hiervan de oorzaak.
De vraag die nu moet worden gesteld, is "Is deze beleidsvisie ook op
termijn te handhaven Is de voornoemde beleidsvisie ook de toekomst
van het muziekonderwijs of moet er, binnen de beperkt beschikbare
financiSle middelen, toch nog aan een andere, bredere, opzet van het
muziekonderwijs worden gedacht.
Het "Welzijnsprogramma 1988" gaf in deze al een aantal, zij het
voorzichtige, voorzetten. Wat is de realiteit/haalbaarheid van deze
voorzetten (op termijn)
I. Kinderopvang.
In de afgelopen jaren is in een tweetal gevallen financiSle medewerking
aan de organisatie van tussenschoolse kinderopvang geweigerd. Basis voor
deze weigering was dat de tussenschoolse opvang in eerste instantie de
7
