breekt dit. Het ouderenbeleid is bestuurlijk over te veel schijven verdeeld. Voor een nieuwe struktuur kunnen twee altematieven naast elkaar worden gelegd. a. een afzonderlijke Stuurgroep "Ouderenbeleid" waarin een aantal deskundigen zitting hebben. Doel van deze Stuurgroep is het opzetten, begeleiden, kodrdineren van een gestruktureerd ouderenbeleid. De Stuurgroep is bij deze werkzaamheden vrij autonoom. Zij is geen gemeentelijk orgaan. De gemeente is ook niet in de Stuurgroep vertegenwoordigd. De Stuurgroep "Ouderenbeleid" adviseert c.q. rapporteert rechtstreeks aan het kollege van B. en W. b. een sektie "Ouderenbeleid" binnen de Beleidskommissie Welzijnszaken. Binnen de Beleidskommissie Welzijnszaken wordt hiervoor een uit twee leden bestaande sektie voor het ouderenbeleid gekrederd. De tweepersoonssektie wordt vervolgens met een aantal leden deskundigen - van buiten de kommissie aangevuld. A. en b. tegen elkaar afwegend lijkt, hoewel ook een Stuurgroep een goede organisatievorm lijkt en als zodanig dan ook op verschillende pi. tsen wordt gehanteerd, in de huidige lokale situatie de voorkeur voor b. te moeten worden uitgesproken. Het tot stand brengen van een nieuw gestruktureerd gemeentelijk ouderenbeleid is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid voor de gemeente. De gemeente dient hiervoor dan ook de nodige initiatieven te ontwikkelen. Initiatieven die in een direkte relatie beter tot stand komen dan in een meer indirekte relatie. De Beleidskommissie Welzijnszaken heeft in het verleden bewezen in deze de nodige objektiviteit te bezitten. Bij mogelijkheid b. is dit rechtstreekse kontakt aanwezig. Bij a. ontstaat een vrij autonoom orgaan waarop weinig of geen invloed mogelijk is Tot zover het bestuurlijk gedeelte, dan nu het organisatorisch gedeelte. In het verleden is verschilXende keren geprobeerd het ouderenbeleid een wat meer gestruktureerde vorm te geven. De Beleidskommissie Welzijnszaken en de Stichting Sociaal Kultureel Werk Leeuwarderadeel hebben de mogelijkheden hiertoe onderzocht, maar steeds is dit mislukt. Echt konkrete oorzaken hiervan zijn moeilijk aan te geven, maar er mag toch wel worden gesteld dat als belangrijkste konstatering bij de voornoemde onderzoeken het ontbreken van een voldoende personele (beroepsmatige) ondersteuning bij (de kodrdinatie van) het ouderenbeleid naar voren is gekomen. Het opstarten van een nieuw gemeentelijk ouderenbeleid staat en valt met de organisatie/begeleiding ervan. Om in deze organisatie/begeleiding te voorzien is het nodig dat er in de komende jaren hiervoor de nodige ruimte wordt gekrederd. Er zal finan- ciSle ruimte voor een specifieke stafformatie voor het ouderenwerk moeten worden gekrederd. Informatie in gemeenten met gekodrdineerd oude renwerk heeft geleerd dat voor de invulling van een specifieke staffor matie voor het ouderenwerk minimaal aan een formatie van 20 - 25 uur per week moet worden gedacht. In de aanloopfase zou dit aantal wellicht nog enige uitbreiding behoeven. De taken van stafformatie ouderenwerk kunnen in de eerste jaren als "het 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1989 | | pagina 36