Jaarlijks zal moeten worden bekeken in hoeverre de huidige
subsidierageling voor 100 Z of minder moet worden toegepast. Een verdere
prioriteitsstelling lijkt, gezien:
a. de hoogte van de subsidies; en
b. hec karakter van de sociaal-kulturele aktiviteiten;
niet wenselijk.
De tweede tak van het sociaal-kultureel werk betreft de StichCing
S.K.W.L. In tegenstelling tot de eerdergenoemde instellingen
organisaties groep(ering)en is de Stichting S.K.W.L. een vrijwel
volledig gesubsidieerde instelling voor sociaal-kultureel werk. De
Stichting S.K.W.L. wordt binnen bepaalde financiSle grenzen voor bijna
100 Z gesubsidieerd.
Vreemd is deze situatie evenwel niet, want zoals ook al reeds werd
gesteld is de Stichting S.K.W.L. in het verleden een soort koflrdinerende
rol binnen het sociaal-kultureel werk in de gemeente Leeuwarderadeel
toebedeeld. De Stichting zou in principe DE instelling voor sociaal-
kultureel werk moeten zijn, voor zowel ondersteuning als begeleiding.
De Stichting zou hiervoor als intermediair tussen de verschillende
oka e aktiviteiten moeten optreden. Naast het zelfstandig organiseren
van aktiviteiten zou de Stichting zich hierbij ook naar buitenuit (de
verschillende individuele lokale aktiviteiten/initiatieven) moeten
profileren.
Voor het konkretiseren van de voornoemde beleidsvisie ten aanzien van
het sociaal-kultureel werk werd hiervoor binnen de Stichting S.K.W.L.
een stafformatie van drie stafkrachten gekreSerd.
De laatste jaren evenwel moet worden gekonstateerd dat er regelmatig
kritiek op het huidige reilen en zeilen van de Stichting S.K.W.L. wordt
waargenomen. De Stichting S.K.W.L. ontvangt voor haar
aktiviteitenprogramma een jaarlijks maximum subsidie. Dit subsidie
bestaat uit een 100 Z subsidiSring van de drie genoemde stafkrachten en
een budgetsubsidie "Overige kosten" waaruit de Stichting alia overige
aktiviteiten moet bekostigen. Binnen het totale welzijnsbudget was/is
het subsidie voor de Stichting S.K.W.L. een relatief hoog percentage van
dit budget. De voornoemde kritiek op de Stichting S.K.W.L. betreft dan
ook met name de hoogte van het subsidie in relatie tot de positie van de
Stichting binnen het gemeentelijk welzijnsbeleid. Gesteld werd en wordt
dat de Stichting S.K.W.L. de eerdergenoemde beleidsvisie ten aanzien van
de intermediair-funktie niet waar kan maken. De Stichting S.K.W.L. heeft
wel kontakten met (aktiviteiten in) de buitendorpen maar echt optimaal
zijn deze kontakten niet. In een aantal gevallen blijkt er zelfs sprake
van een bijna onoverbrugbare afstand tussen de Stichting en de
buitendorpen, althans voor een aantal aktiviteiten.
Gesteld mag worden dat de Stichting S.K.W.L. in de huidige situatie niet
het bereik heeft dat in eerdere jaren werd verondersteld te kunnen
worden gehaald. Hieruit mag echter niet worden gekonkludeerd dat de oor—
zaak hiervan eenzijdig bij de Stichting S.K.W.L. mag worden gezocht. Ook
bij de bij de intermediairfunktie van de Stichting S.K.W.L. betrokken
partijen (de dorpen, de verschillende individuele verenigingen/organisa—
ties en ook de gemeente) moeten hiervoor de oorzaken worden gezocht. Een
breed skalavan oorzaken.
Een tweede kritische kanttekening bij de huidige Stichting S.K.W.L.
15