LEEUWARDERADEEL GEMEENTE Agendapunt6 Voorstelnr.: 90/106 Stiens, 22 augustus 1990 Onderwerp: behandeling beroepschrift maatschap Heslinga Jelsum tegen weigering aan- legvergunning Aan de gemeenteraad Tegen ons besluit d.d. 12 april 1990, nr. 1535, houdende weigering van een aanlegvergunning voor het uitvoeren van kultuurtechnische werkzaam- heden op agrarische percelen aan de Finsterbuorren te Jelsum heeft de aanvrager de maatschap Heslinga te Jelsum, bij uw raad beroep aangetekend. In casu gaat het om een agrarisch perceel dat in het bestemmingsplan bui- tengebied een zekere bescherming geniet als gevolg van de aanwezige cultuur- historische waarde, hetgeen zich manifesteert als een duidelijk kruinig per ceel. Eveneens getuigt het perceel van een zekere kleinschaligheid welke mede het gevolg is van het bescheiden profiel van de sloten. Het aanlegvergunningenstelsel in het bestemmingsplan buitengebied bepaalt dat een aanlegvergunning niet wordt verleend wanneer daardoor de aan de landschappelijke en kultuurhistorische waarde in ernstige mate afbreuk wordt gedaan. 0m deze reden hebben wij de gevraagde aanlegvergunning ge- weigerd. In haar beroepschrift en tijdens de naar aanleiding daarvan gehouden hoor- zitting ten overstaan van de beroepskommissie uit uw gemeenteraad, brengt de maatschap naar voren dat sloten in principe dienen te voldoen aan de maten zoals het Waterschap deze voorschrijftalsmede het feit dat de thans aanwezige greppels niet op adekwate wijze dienst kunnen doen als veekering. Ook zegt zij genegen te zijn de aanwezige kruinigheid te bewaren en de oor- spronkelijk gedachte demping van twee sloten terug te brengen tot een. In haar advies schrijft de beroepscommissie van oordeel te zijn dat wanneer aan de wensen van de maatschap Heslinga tegemoet wordt gekomen, de land schappelijke waarde van het perceel voldoende gewaarborgd blijft. Zij stelt voor het beroep gegrond te verklaren en alsnog aan het verzoek tegemoet te komen onder de voorwaarde dat de bermsloot in het aanwezige profiel (zowel diepte als breedte) van de sloot langs de westzijde van het fietspad en wel zodanig dat het talud aan de wegzijde niet beroerd mag worden. Onder verwijzing naar de in de raadsportefeuille voor u ter inzage gelegde stukken, stellen wij u voor conform het advies van de raadskommissie te besluiten. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, T.P. VAN DEUTEKOM H. BOSCHMA

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1990 | | pagina 18