- 2 - in hoeverre die stoffen - of de overblijfselen daarvan - op of in de bodem zullen worden gebracht; - in hoeverre die stoffen - of de overblijfselen daarvan - naar een buiten het gebied gelegen bestemming zullen worden afgevoerd. Ook moet in het plan worden vermeld de hoeveelheid huishoudelijke afvalstof- fen die jaarlijks vrijkomt en de verwachte ontwikkeling van die hoeveelheid in de toekomst, alsmede de stand van zaken m.b.t. de verwijdering van die stoffen ten tijde van de voorbereiding van het plan. Tevens moet worden aangegeven in hoeverre bij de voorzieningen rekening is gehouden met aan- voer van afvalstoffen uit andere provincies ingevolge regelingen als hier- voor bedoeld (zie laatste aandachtsstreepje) De zorg voor de verwezenlijking van het plan is opgedragen aan de gezamenlij- ke besturen van in nader aangegeven samenwerkingsgebieden gelegen gemeenten of een daartoe ingesteld openbaar lichaam. Wij staan op het standpunt, dat de aanpak van de voorliggende problematiek dient te beginnen met een standpuntbepaling van de provincie over de wijze waarop de afvalstoffen dienen te worden verwijderd, de te verwachten hoeveel- heden en mogelijke samenwerking in verband van de 4 noordelijke provincies. Daarbij dient aangegeven te worden welk beleid voor de korte termijn wordt voorgestaan en welke oplossingen voor de langere termijn moeten worden nage- Bij de afwegingen hieromtrent dient er o.i. voor te worden gezorgd, dat de oplossingen voor de korte termijn passen in een lange termijnvisie Wij staan op het standpunt, dat principieel tegen verbranding geen bezwaren bestaan, mits aan bepaalde milieu-hygienische normen wordt voldaan. In het geheel van het te voeren provinciaal beleid is het momenteel niet uit te sluiten dat ook de AVI-Leeuwarden een rol zal spelen. Nadat het beleid door de provincie is vastgesteld en waarbij is aangegeven dat de AVI-Leeuwarden heropend zou moeten worden, is het vervolgens aan het OLAF hierop te reageren. Daarbij heeft het OLAF uiteraard een eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om de haalbaarheid hiervan. Wij stellen u voor in de vergadering van het Algemeen Bestuur van het OLAF van 25 januari a.s. in vorenstaande zin een standpunt in te nemen. In dit kader past het o.i. niet reeds nu een standpunt in te nemen t.a.v. het al dan niet dicht houden van de AVI-Leeuwarden. streefd. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, G. DIJKSTRA L.S. MR. C. BIJL

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 79