- 7 - IlI-MEERJARINPERSPECTIEf ALGEMEEN Uit de meerjarenramingen bij de begroting bleek, dat de ontwikkeling van de post onvoorzien voor uitzetting van het budget een positieve ontwikkeling te zien gaf. Rekening houdend met de in de aanhef van het vorige hoofdstuk genoemde mutaties (het achterwege laten van een verho- ging van de tarieven van de onroerend-goedbelastingen met 2% enz.) kunnen de volgende beginstanden genoteerd worden. 1992 f 260.800,— 1993 - 379.600,— 1994 - 407.800,— In deze opstelling is nog geen rekening gehouden met de benodigde ruimte t.b.v. investeringen en nieuw beleid als opgenomen in het meerjaren- investeringsprogrammadaar wij eerst een aantal andere ontwikkelingen met u door willen nemen. NIEUWE ONTWIKKELINGEN Ten opzichte van de meerjarenramingen hebben zich inmiddels enige (nieuwe) ontwikkelingen voorgedaan die van aanzienlijke betekenis zijn voor de uitkomsten van de begrotingen voor de komende jaren. De navolgende punten worden daaromtrent naar voren gebracht: Begrotingswijzigingen 1991 Als aldaar al werd aangegeven hebben de in het vorige hoofdstuk gememoreerde begrotingswijzigingen een strukturele doorwerking naar latere jaren. Voor 1991 moest rekening worden gehouden met een budgettaire last van f 50.211,Uit de doorrekening naar de jaren 1992 t/m 1994 blijkt dat de doorwerking ervan er als volgt uitziet: 1992 f 50.300,— 1993 - 47.600,— 1994 - 47.600,— Het verschil in deze opzet ontstaat doordat in 1993 en volgende jaren rekening werd gehouden met de vervanging van de grasveegmachine. Andere ontwikkelingen 1991 Ook de overige ontwikkelingen genoemd in het vorige hoofdstuk hebben ieder voor zich een strukturele doorwerking. Het verloop van die door werking verschilt echter nogal per onderdeel, en kan in bepaalde gevallen gedekt worden uit heffingen. Met betrekking tot de genoemde ontwikkelingen inzake de Berenschotgelden, de hogere belastingopbrengsten en de ramingen voor de sociale uitkeringen kan worden aangenomen dat deze op een ongeveer gelijk niveau doorwerken t.o.v. de oorspronkelijke ramingen. Ten aanzien van de andere onderwerpen ligt dit dus anders. Uit de begrotingsstukken van de Regio Friesland-Noord blijkt bijvoorbeeld dat de totale bijdrage in 1992 nog eens met een bedrag van 12.910, zal stijgen, hetgeen o.a. veroorzaakt wordt door de stijging van de personeels- kosten over de gehele linie. Ten opzichte van de primitieve begroting 1991 hebben wij dan te maken met een stijging van in totaal 31.330, Omdat hiervan f 14.805,veroorzaakt wordt door de bijdrage t.b.v. het klein chemisch afval, zal dat gedeelte gecompenseerd kunnen worden uit een hoger - 8 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 28