- 20 - Uitbreiden van het aantal betalingstermijnen betekent vaker koppelen met bevolking, hogere mutatiegraad bij de afvalstoffenheffing en de daarmee verbonden bezwaarschriften. Het bieden van meerdere betalings termijnen draagt nog een gevaar in zich. De belastingschuldige zal ge- neigd zijn om het voile belastingbedrag te betalen op of omstreeks de datum waarop de laatste termijn vervalt, hetgeen leidt tot rente ver- lies. Een dergelijk ongewenst betalingsgedrag kan worden voorkomen door over te gaan op termijnvervolging. Dat betekent dat het innings- en in- vorderingsapparaat zo ingericht moet worden dat men in staat is om na iedere vervallen termijn een aanmaning te sturen en desnoods een dwang- bevel te betekenen. Het intensiveren van de zgn. termijnvervolging legt een behoorlijke druk op het gemeentelijk innings- en invorderingsappa- raat. Het betekent dat de oorspronkelijke voordelen in de inningssfeer die verband houden met het kombineren van aanslagen geheel teniet wor den gedaan. De vrouwenraad F.N.V. heeft ook vragen gesteld omtrent het tijdstip waarop betalingen van gemeentelijke belastingen plaats moeten vinden. Hun voorstel is om de dure maanden te mijden en de aanslagen O.G.B. op 31 augustus te verzenden en de afvalstoffen op 31 januari het jaar daarop volgend. Zou dit voorstel worden overgenomen dan leidt dit tot een renteverlies van f 38.685,per jaar. Gelet op de invorderings- termijnen bij Nutsbedrijven blijkt dat er in het huidige systeem sprake is van een evenredige verdeling van de lasten over het jaar. Wei valt het te overwegen, mede gezien de toename van de afvalstoffenheffing de betalingstermijnen van 2. naar 3. te brengen. Een bijkomend punt is de overname door de gemeente van deurwaarders van het Rijk. Door de taak- overdracht bestaat er bij het Rijk een overscho.t van 110 deurwaarders. In eerste instantie was er met het Ministerie van Financien de afspraak gemaakt dat de gemeenten zich zouden inspannen om de deurwaarders bij hen onder te brengen. De gemeenten zijn echter van mening dat van een dergelijke verplich- ting geen sprake kan zijn. Het resultaat is dat indien de gemeenten niet in staat zullen zijn de 110 deurwaarders onder te brengen en de deur waarders zelf niet in staat zijn een nieuwe betrekking te vinden, de gemeenten moeten opdraaien voor de wachtgeldkosten. De Regio Noord— Friesland heeft zich over deze materie gebogen, omdat bij de Belasting- dienst/Partikulieren te Leeuwarden 5 tot 7 deurwaarders overbodig zul len worden. Zij lopen het risico gedwongen te worden overgeplaatst naar de douane in de randstad. Hoe de ontwikkelingen verder zullen verlopen is op dit moment nog niet bekend en zal aan de Regio worden overgelaten. Onze gemeente heeft thans een deurwaarder die met toestemming van de Rijksbelastingdienst in zijn eigen tijd deurwaardersaktiviteiten mag verrichten. Door de overdracht van taken zal het aantal dwanginvorde- ringen waarschijnlijk verdubbelen. Aangezien de deurwaarderskosten voor een groot deel in rekening worden gebracht van de belastingschuldige en in de toekomst waarschijnlijk kostendekkend zullen zijn, gaan wij er voorlopig vanuit dat de vaste vergoeding van f 1.000,per jaar geen verhoging zal ondergaan. Ad. D. KWIJTSCHELDINGSBELEID Op het gebied van de kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen heb- ben zich in 1990 een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan. Op 1 juni 1990 is de invorderingswet 1990 in werking getreden. Daarin is bepaald dat de kwijtschelding van de heffingen van de Rijksbelasting dienst dient te geschieden aan de hand van in een ministeriele beschik- king neergelegde normen. - 21 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 41