Bepalingen bestemmingsplan en beleid van de gemeente t.a.v.
het buitengebied.
Op grond van artikel 48 van de Woningwet moet een
bouwvergunning o.a. geweigerd worden als het te bouwen
bouwwerk in strijd is met het bestemmingsplan.
De door de heer Dijkstra gewenste nieuwbouw is kadastraal
bekend gemeente Hijum, sektie F, nr. 933. Het perceel valt
binnen het bestemmingsplan Buitengebied, partiele herziening.
Op grond van dit plan heeft het perceel de bestemming 11
agrarisch gebied van landschappelijke en kultuurhistorische
waarde"Volgens de voorschriften behorende bij deze
bestemming mogen de gronden met deze bestemming uitsluitend
worden gebruikt als kultuurgrond, alsmede voor de opbouw, het
behoud en het herstel van de aan de gronden eigen
landschappelijke en kultuurhistorische waarden. E.e.a. houdt
in dat dat op of in deze gronden, gelegen binnen de op de
kaart aangegeven bebouwingsvlakken uitsluitend gebouwen
mogen worden gebouwd welke noodzakelijk zijn voor de
uitoefening van een agrarisch bedrijf.
Het beleid van de gemeente m.b.t. het buitengebied is erop
gericht dat er in het buitengebied geen verdere uitbreiding
van burgerwoningen plaatsvindt.
Hoorzitting
Op 8 mei jl. hield de beroepscommissie een hoorzitting waarin
de heer Dijkstra een nadere toelichting gaf op het
beroepschrift
Tijdens deze hoorzitting waren ook de zoon en schoonzoon van
de heer Dijkstra aanwezig.
Advies van de beroepscommissie op het beroepschrift van de
heer B. Dijkstra, St. Hegedyk 13 te Stiens.
Het perceel St. Hegedyk 13 heeft in het bestemmingsplan
Buitengebied (partiele herziening) de bestemming "agrarisch
gebied van landschappelijke en kultuurhistorische waarde".Op
grond van de voorschriften in dit bestemmingsplan mag op deze
grond uitsluitend gebouwen worden gebouwd die noodzakelijk
zijn voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf.
Daarnaast is het beleid van de gemeente m.b.t. de bouw van
nieuwe woningen in het buitengebied en zoals dat verwoord is
in het bestemmingsplan Buitengebied eveneens niet mogelijk.
De commissie heeft dan ook geconstateerd dat de door de heer
Dijkstra gewenste woning aan de St. Hegedyk gelet op de
voorschriften in het bestemmingsplan en het daaraan
tengrondslag liggende beleid niet mogelijk is.
De commissie is dan ook van mening dat het college van
burgemeester en wethouders feitelijk juist hebben gehandeld
door de aanvraag om een vergunning voor de bouw van een woning
door de heer Dijkstra te weigeren.
Gelet op het vorenstaande adviseert de commissie het
beroepschrift ongegrond te verklaren.