- 3 - B. In hoofdstuk I van afdeling II van deze verordening wordt een nieuw artikel 10a ingevoegd, met als opschrift "Begrip pensioen", en luidende Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde worden onder pensioen tevens begrepen de toeslagen bedoeld in de artikelen 22a, 25a, 27a en 27b, tenzij uit de desbetreffende bepalin- gen het tegendeel blijkt. C. Na artikel 15 wordt een nieuw artikel 15a ingevoegd, luidende: Wanneer jaren doorgebracht als wethouder zowel gelegen zijn voor 1 januari 1986 als na 31 december 1985, wordt over de jaren gelegen voor 1 januari 1986 pensioen berekend volgens artikel 16 en over de jaren gelegen na 31 december 1985 pensioen berekend volgens artikel 16a. De som van de aldus berekende pensioenen wordt als een eenheid toegekend. D. 1. Het opschrift boven artikel 16 komt te luiden: Berekening van het eigen pensioen over tijd voor 1 januari 1986. 2. In artikel 16 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. Het tweede lid vervalt en met vernummering van het eerste lid tot tweede lid, wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luiden de Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenbereke- ningen over jaren gelegen voor 1 januari 1986. b. Een zesde en zevende lid worden toegevoegd, luidende: 6. In afwijking van het tweede en derde lid wordt onder de laat- stelijk genoten wedde verstaan een bedrag gelijk aan 100/110 maal het bedrag van de eventueel naar de regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragersaangepaste wedde die geldt voor de vaststelling van de pensioengrondslag voor de pensioenberekening over de jaren, gelegen na 31 december 1985 met toepassing van artikel 16a. De in de voorgaande volzin eerstbedoelde wedde bedraagt niet minder dan het bedrag van laatstbedoelde wedde, verminderd met 6.320,--. Het bedrag van 6.320,-- wordt telkens aangepast bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van evengenoemde wet, overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op 1 januari 1985 63.200,-- bedroeg. 7. Indien de laatstelijk genoten wedde bedoeld in het zesde lid wordt genoten door een wethouder die voor 1 januari 1986 voor zijn bezoldiging geacht werd niet de volledige werkweek aan het wethouderschap te besteden, wordt deze wedde voor de

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 22