- 12 -
Artikel 38, eerste lid, komt te luiden:
1. Indien een belanghebbende een algemeen pensioen gaat genieten dan
wel het genot van een algemeen weduwen- of wezenpensioen of van
een tijdelijke weduwenuitkering eindigt, of indien in het bedrag
van het algemeen pensioen een wijziging wordt aangebracht op
grond van persoonlijke omstandigheden van hemzelf, zijn echtge-
noot of zijn kinderen, is hij gehouden hiervan onverwijld kennis
te geven aan burgemeester en wethouders.
Artikel 40 komt te luiden:
Indien de belanghebbende een gehuwde vrouw is, wordt voor de toepas-
sing van artikel 37 uitgegaan van het algemeen pensioen voor een
ongehuwde pensioengerechtigde
Aan artikel 41 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:
6. Op schriftelijk verzoek van de belanghebbende wordt dit artikel
overeenkomstig toegepast, indien aan diens echtgenoot een of meer
pensioenen zijn of geacht worden te zijn toegekend, hetzij krach-
tens of op de voet van de Algemene pensioenwet politieke ambts-
dragers, hetzij krachtens een andere regeling als bedoeld in het
vijfde lid.
Artikel 42, tweede lid, is daarbij van overeenkomstige toepas-
sing.
Aan artikel 42 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing, indien een vermin-
dering plaatsvindt van enig ander pensioen dan bedoeld in artikel 41,
vijfde lid, toegekend aan de echtgenoot van belanghebbende.
In artikel 43 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a. het eerste tot en met het derde lid worden vernummerd tot tweede
tot en met vierde lid;
b. een nieuw eerste lid wordt toegevoegd, luidende:
"1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenbere-
keningen over jaren gelegen voor 1 januari 1986."
1. Onder Hoofdstuk VI wordt na de tekst "Bepalingen van administra-
tieve aard" met het opschrift "Paragraaf 1 Tijdsberekening voor
uitkering en pensioenen" opgenomen een nieuw artikel 45a,
luidende
Voor zover de voor uitkering en pensioen in aanmerking komende
tijd kalenderjaren of kalendermaanden omvat, wordt deze tijd
uitgedrukt in jaren onderscheidenlijk maanden voor uitkering en
pensioen in aanmerking komende tijd. De overige tijd wordt
uitgedrukt in gedeelten van jaren onderscheidenlijk gedeelten van
maanden, waarbij het jaar op 12 maanden en de maand op 30 dagen
wordt gesteld.