f/ 3
LEBJWARDERADEEL
GEMEENTE
Nota van toelichting behorende bij het ontwerp van de zesde wijziging
Model-uitkerings- en pensioenverordening wethouders.
Algemeen
1Inleidintr
Het systeem van de voor het overheidspersoneel geldende pensioenregeling
heeft een aanzienlijke wijziging ondergaan. Deze wijziging houdt verband
met de afstemming van de Algemene burgerlijke pensioenwet (ABP-wet) op
het verschijnsel deeltijdarbeid, de invoering van een franchisesysteem en
met een gewijzigde regeling voor de aanspraken van deelgerechtigden die
de leeftijd van 25 jaar nog niet hebben befeikt. Voor deze wijziging
hadden zij dezelfde aanspraken.
De in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA) neergelegde
pensioenregeling vertoont een grote mate van overeenstemming met de ABP-
wet. Deze onderlinge overeenstemming heeft ertoe geleid dat de APPA bij
de Wet van 20 april 1988 (Stb. 300), is gewijzigd. Van de gelegenheid
heeft de wetgever gebruik gemaakt om de bepalingen inzake de verrekening
van neveninkomsten in eenduidige zin onderling aan te passen.
Bovengenoemde Wet van 20 april 1988 (Stb. 300) gebiedt een aanpassing aan
haar bepalingen onder meer van de (model-)Uitkerings- en pensioenverorde
ning wethouders.
2Van inbouw- naar franchisesysteem
Op 1 januari 1986 is in de ABP-wet het franchisesysteem ingevoerd.
Daarvoor kende die wet een zogenaamd inbouwsysteem. De berekeningswijze
van dit systeem blijft overigens van kracht voor perioden gelegen voor
1 januari 1986.
Het inbouwsysteem brengt met zich mee dat het deel van de AOW dat tijdens
de diensttijd is opgebouwd, geacht werd deel uit te maken van het over-
heidspensioen.
Volgens het inbouwsysteem wordt op het ABP-pensioen per voor pensioen
tellend jaar 2% van de AOW/AWW in mindering gebracht. Het in elk voor
ABP-pensioen tellend dienstjaar opgebouwde deel van het AOW-pensioen
wordt aldus in het ABP-pensioen geintegreerd. De invoering van het
franchisesysteem heeft evenwel het eindloonstelselwaar de ABP-wet en de
APPA van uitgaan, onverlet gelaten.
Ook de APPA en de op die wet steunende verordeningen, zoals de
(model-)Uitkerings- en pensioenverordening wethouders, kennen een inbouw
systeem als hierboven beschreven, met dien verstande dat zich een bijzon-
derheid voordoet in verband met de zogenaamde versnelde pensioenopbouw.
Wordt normaal gesproken volgens de APPA voor ieder dienstjaar 1,75% tot
een maximum van 70% opgebouwd, voor de eerste vier dienstjaren geldt een
opbouwtarief van 3,5% (versnelde opbouw)In verband met het hogere
opbouwtarief wordt, voor zover de diensttijd met 3,5% per jaar
met