- 3 -
Artikel 10a
Als regel moeten de toeslagen ingevolge de artikelen 22a, 25a, 27a en 27b
mede als pensioen worden opgevaC.
Artikelen 15a. 16 en 16a
Deze artikelen schrijven voor hoe de berekening van het pensioen moet
plaatsvinden, indien er sprake is van diensttijd voor en na 1 januari
1986 (zie ook artikel 43).
Bovendien wordt in artikel 16 de deeltijdfactor geintroduceerd.
Artikel 16b
In dit artikel is aangegeven op welke wijze de deeltijdfactor een rol
gaat spelen bij de berekening van het pensioen van een wethouder in een
gemeente waar het wethouderschap geen volledige betrekking is: in casu de
geraeenten met 24.000 of minder inwoners.
Artikel 16c
Dit artikel bepaalt dat de gepensioneerde wethouder recht heeft op een
toeslag op zijn pensioen, indien zijn vrouw eveneens recht heeft op
pensioen, dat wegens recht op AOW wordt verminderd.
Artikelen 16d en 38
In deze artikelen is de verplichting opgenomen mededeling te doen indien
het AOW/AWW-pensioen verandert of een dergelijk pensioen wordt toegekend.
Artikel 22
Dit artikel behandelt het pensioen van een vrouw, wier man als wethouder
voor het bereiken van de 25-jarige leeftijd is overleden.
Artikelen 22a en 25a
Deze artikelen bieden de mogelijkheid het weduwen- respectievelijk het
wezenpensioen met een toeslag te verhogen, indien geen aanspraak op
pensioen ingevolge de AOW/AWW bestaat.
Artikel 26
Dit artikel bevat een gewijzigde bepaling voor de herberekening van het
wezenpensioen bij beeindiging of het opnieuw vaststellen van het weduwen-
pensioen.