taak. De afgelapen jaren is dese vraag steeds met nee beantwoord. In 1988 is bij het opstartten van de spee1-o-theek een startsubsidie van f 4.475,toegekend. Dit startsubsidie bestand uit een tweetal elementen: een bijdrage in de aanloopkosten; en een bijdrage in het eerste exploitatiejaar Hierna diende de speel-o-theek self-supporting te zijn. Deze visie is tot op heden steeds nog gehanteerd. Bij hot vaststelien van het Velzijnsprograrama 1991" lieten zich echter andere geluiden horen. De speel—o— theek. dient ook als een basisvoorziening te warden gezien. De voarstanders vei-wijzen hierbij o.a. naar de ontwikkelingen bij het peuterwerk. De gemeente Leeuwarderadeel is een jonge gemeente. Dit betekent veel jonge gezinnen met (jonge) kinderen. Hierin mag een speel- o-theek niet ontbreken. De tegenstaanders wijzen op de eerdere beleidsvisieDe speel-o-theek dient seIfsupporting te zijn. Beide argumenten overwegend merien wij te mogen stellen dat de speel-o-theek de afgelapen jaren duidelijk van zich heeft doen spreken. De speel—o—theek is een duidelijk herkenbare voorziening binnen de gemeente Leeuwarderadeel geworden. De belangstel1ing er voor is nog steeds stijgend. Dit blijkt o.a. uit de regelmatige behoefte aan uitbreiding c. q. vervanging van speelgoed. In 1990 en 1991 heeft de speel-o-theek hiervoor een aantal giften ontvangen. Het speelgoedbestand kon hierdoor op een redelijk nivo warden gebracht. Thans is het een zaak dit nivo in stand te houden. De speel—o—theek is dit aan de vraag verplichtGezocht moet dan ook warden naar een strukturele financiele ondersteuningIncidentele financiering, in de vorm van giften e.d.is een te wankele financi&le basis. Op basis van het gegeven dat er voor de gemeente de taak ligt om het voorzieningenivo in de gemeente Leeuwarderadel aan de wensen/behoeften van de inwoners aan te passen lijkt het ons dan oak reSel de speel-o-theek als een basisvoorziening te beschouwen. De speel-o—theek heeft, naar onze mening, aangetoond hiertoe te behoren. Gevolg van deze beleidsvisie (een wijziging ten opzichte van de huidige beleidslijn) zal zijn dat de speel- o-theek thans wel een subsidie wordt toegekend. Wij denken hierbij vooreerst aan een jaarlijks maximum exploitatiesubsidie van f 1.000,Wij achten dit een reeel subsidie. Bij de verdere konkretisering van het jeugd- en jongerenbeleid zullen wij ook (de hoogte van) dit subsidie aan een nadere beschouwing onderwerpen. De dekking van dit subsidie vindt uit de in 1991 gerealiseerde budgetverhoging voor het jeugd- en jongerenwerk plaats cDe jeugd van 6 - 17 jaar. Een niet onbelangrijke groep in het jeugd- en jongerenwerk is de groep van 6-12 jaar. Dit blijkt duidelijk uit de huidige aktiviteiten die er voor deze groep warden georganiseerd. Wij zijn van mening dat deze aktiviteiten, voor zover mogelijk, moeten worden voortgezet. Op dit moment hebben wij ons hierbij echter nog geen konkreet beeld voor ogen. Dit, evenals de aktiviteiten/voorzieningen voor de groep van 12 jaar en ouder. Bij de laatste groep is het eigen onderkomen op dit moment de enige duidelijke wens. Uit de reeds gememoreerde gesprekken over een gemeentelijk jeugd— en jongerenbeleid hebben wij gekonstateerd dat de beide voornoemde groepen niet op dezelfde wijze kunnen worden 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 71