LEEUWARDERADEL
GEMEENTE
Nr.: 92/31
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
gelet op artikel 167 van de gemeentewet;
B E S L U I T:
Behoudens instemming van het Friesch Genootschap voor Geschied-
Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden;
van de heer G. van Wageningen, van beroep journalist, wonende te
Jelsum, in erfpacht aan te nemen: een gedeelte van het landgoed Dekeraa
State te Jelsum, ter grootte van ongeveer 0.70 are, op bijgevoegde
situatieschets nader aangegeven, met het op dit gedeelte staande
monument Op 'e Terp 9 te Jelsum, welk gedeelte behoort tot het kadas-
trale perceel Jelsum, sektie E, nr. 565;
voor een tijdvak van dertig achtereenvolgende jaren en onder de
volgende bepalingen en bedingen:
het tijdvak, waarvoor het erfpachtsrecht wordt verleend, gaat in op
de datum van de uit dit besluit voortvloeiende akte;
2a. het onroerend goed wordt in erfpacht verkregen in de staat, waarin het
zich bij het verlijden van de erfpachtsakte bevindt, vrij van hypothe-
caire inschrijvingen en van beslagen, doch overigens met alle daaraan
verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten en lasten;
de eigenaar is tot generlei vrijwaring gehouden; verschil tussen de
werkelijke en de hiervoor opgegeven grootte zal geen aanleiding geven
tot enigerlei rechtsvordering, hoe ook genaamd;
b. de grondbelasting en alle verdere zakelijke lasten, welke van het in
erfpacht te verkrijgen onroerend goed worden geheven, komen voor
rekening van de erfpachtster van de onder 1 bedoelde datum af;
de erfpachtster is verplicht de op het in erfpacht uit te geven
onroerend goed gebouwde opstal (woning) te restaureren en het gedurende
het bestaan van het erfpachtsrecht als zodanig te behouden;
de erfpachtster heeft het recht de aldus gerestaureerde woning aan
derden te verhuren of in gebruik te geven;
het onderhoud van de gerestaureerde woning is voor rekening van de
erfpachtster c.q. de aangewezen huurder of gebruiker;
de erfpachtster is niet bevoegd zonder schriftelijke toestemming of
medewerking van de grondeigenaar het erfpachtsrecht geheel of gedeel-
telijk of op een gedeelte van het in erfpacht uit te geven onroerend
goed aan derden over te dragen of met erfdienstbaarheden te bezwaren;
verleent de grondeigenaar bij zulk een overdracht of splitsing zijn
toestemming of medewerking, dan worden de rechten en verplichtingen
zowel van de oude als van de nieuwe erfpachter tegenover de grond
eigenaar opnieuw geregeld;