Zoals eerder door ons is gesteld vraagt het bestuur van Brits-
tenburgh toestemming meer lokale activiteiten in haar inrich-
ting te mogen uitoefenen. Om dit mogelijk te maken is een aan-
passing van de subsidievoorwaarden vereist.
Destijds zijn er, bij de bouw van Britsenburgh, afspraken
gemaakt over activiteiten welke wel en welke niet verricht
mogen worden. Deze afspraken zijn gemaakt om de onderlinge
concurrentie tussen de aanwezige dorpshuizen/ gemeenschapshui-
zen tegen te gaan. We spreken dan wel van een aantal jaren
terug. Door de hiervoor aangegeven wetswijziging en de moge-
lijkheid tot het sluiten van een convenant is deze vrees
minder aanwezig. Temeer nu Britsenburgh, volgens de opgave van
de SDF, eveens aangesloten is bij deze instantie. De overeen-
komst die de SDF met het bedrijfschap heeft gesloten biedt de
aangesloten dorpshuizen/gemeenschapshuizen de mogelijkheid
activiteiten te verrichten welke niet commercieel dan wel be-
drijfsmatig zijn.
Commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken.
Het verzoek van het bestuur van Britsenburgh is in de vergade-
ring van 9 april aan de orde geweest. De commissie kan zich in
principe in het voorstel om de subsidievoorwaarden te wijzigen
vinden. Echter e.e.a. zou in goed overleg met het bestuur van
de Bining moeten plaatsvinden.
Gesprek met bestuur Britsenburgh en de Bining.
Naar aanleiding van de behandeling van het verzoek van het
bestuur van Britsenburgh in de commissie A.B.Z heeft er op 22
juni jl. een gesprek plaatsgevonden met de besturen van de
Bining en Britsenburgh. In dat gesprek hebben de beide partij-
en hun standpunten verwoord.
Voor de inhoud van dit gesprek verwijzen wij u naar het ver-
slag dat bij de raadsstukken ter inzage ligt.
Overwegingen naar aanleiding van het vorenstaande.
Geconstateerd moet worden dat Britsenburgh net zoals de eer-
dergenoemde dorpshuizen/gemeenschapshuizen aangesloten is bij
de Stichting Dorpshuizen in Friesland. De SDF is een van de
instanties die een convenant heeft gesloten met het Bedrijf
schap Horeca als gevolg waarvan de leden activiteiten kunnen
ontplooien die niet commercieel dan wel bedrijfsmatig zijn.
Dit convenant heeft niet alleen gevolgen voor de relatie met
de commerciele horeca maar heeft ook gevolgen voor de aange
sloten leden onderling; er zal van concurrentie geen sprake
zijn. De leden immers mogen uitsluitend die activiteiten
verrichten die niet in strijd zijn met de bepalingen genoemd
in het convenant. Het is niet te verwachten dat, door de
voorwaarden van Britsenburgh te wijzigen, de Bining, gelet op
het vorenstaande, beperkt wordt in het verrichten van be-
paalde activiteiten.
Alles overwegende zijn wij van mening dat het verzoek van het
bestuur van Britsenburgh redelijk is. Wij verwachten, door de
subsidievoorwaarden van Britsenburgh voor wat betreft dit