In het onderhavige ontwerp-plan is het trac6 hiervan enigszins aange- past. Wanneer deze aanpassing wordt gerealiseerd moet grond worden verworven van appellanten, die op hun beurt een gedeelte van de ondergrond van de straat van de gemeente zullen kunnen verwerven (grondruil) De kommissie heeft kennis genomen van het feit dat door een notaris wordt onderzocht in hoeverre sprake is van verkrijgende verjaring. De kommissie acht het aangevoerde bezwaar ongegrond. Bezwaren J.B. Binnema tegen het laten vervallen van de oorspronke- lijke opzet van het plan. Het bezwaar richt zich op het buiten het plan houden van een aan derden toebehorend perceel met de bestemming "agrarische doeleinden" De kommissie acht dit bezwaar ongegrond. Met betrekking tot deze bezwaren geven wij u het volgende in overwe- ging. Waar het betreft de bezwaren betrekking hebbend op de groenstrook zijn wij met de kommissie van oordeel dat het bij nader inzien aanbeve- ling verdient bij de vaststelling van het bestemmingsplan te besluiten de groenstrook op de plankaart op te nemen. In tegenstelling tot de kommissie komen wij dan tot de slotsom dat deze bezwaren dan juist wel gegrond zijn immers is het naar aanleiding van deze bezwaren dat het bestemmingsplan op dit onderdeel verandert, althans dat voorstel doen wij u. Waar het betreft de bezwaren met betrekking tot de voet-/fietsverbin- ding tussen het plangebied en de Finne staan wij op het standpunt dat op zichzelf beschouwd de plaats van deze doorsteek volstrekt logisch is. Wel is kennelijk de vorm waarin en het tijdstip waarop deze doorsteek gerealiseerd moet worden onderwerp van nader overleg met betrokkenen in dit gebied. Daarom stellen wij u voor deze doorsteek op een later moment in een nog nader definitief te bepalen vorm uit te voeren en dat niet te doen bij de aanleg van de infrastruktuur van dit woonwijkje. Een en ander ware in het besluit omtrent vaststelling van dit bestemmingsplan vast te leggen. Resumerend stellen wij u voor het bestemmingsplan Britsum - Zuid Oost II, onder gedeeltelijke gegrondverklaring van de bezwaren, zodanig vast te stellen dat er alsnog een groenstrook op de plankaart wordt opgeno- men en dat de geplande voet-/fietsverbinding tussen het plangebied en de Finne niet wordt aangelegd bij de aanleg van de wegen en andere voet- en fietspaden, maar dat daarover, zowel waar het gaat om de vorm waarin als het tijdstip waarop, eerst nader overleg met de betrokken bewoners zal worden gevoerd. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, J.J. KINGMA MR. C. BIJL

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1992 | | pagina 27