2. Indien de waarde in het economische verkeer tussen de waardepeildatum en
het begin van het belastingjaar wijziging ondergaat als gevolg van
hetzij bouw, verbouwing, verbetering of afbraak, hetzij verandering van
besteuuning, is de waarde die, welke in aanmerking zou zijn genomen,
indien de bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of bestemmingsverande-
ring zijn beslag had gekregen op de waardepeildatum.
Artikel 5
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar
Vrij stellingen
Artikel 6
1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden de belastingen niet
geheven ter zake van:
a. gebouwde eigendommen, met inbegrip van de ondergrond en van hun
gebouwde en ongebouwde aanhorigheden, welke in hoofdzaak zijn bestemd
voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genoot-
schappen op geestelijke grondslag -andere dan kerkgenootschappen- die
rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zijn, voor het gezamen-
lijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten
grondslag liggende levensovertuiging;
bongebouwde eigendommen welke deel uitmaken van de op de voet van de
Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252) aangewezen landgoederen, met
uitzondering van aanhorigheden van gebouwde eigendommen;
c. natuurterreinen waaronder begrepen duinen, heidevelden, zandver-
stuivingen, moerassen en plassen, welke door rechtspersonen met
volledige rechtsbevoegdheid, die zich uitsluitend of nagenoeg uit-
sluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, worden be-
heerd;
d. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail,
een en ander met inbegrip van kunstwerken;
e. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door
organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtsperso
nen;
f. onroerende zaken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en
ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of
diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;
g. een gebouwd eigendom voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit ten
behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig gefixploiteerde cultuur-
grond.
2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel a,
bedoelde eigendommen met hun aanhorigheden en gedeelten van zodanige
eigendommen, indien die dienen als woning, geldt niet voor de gebrui-
kersbelasting
Wijze van belastingheffing
Artikel 7
De belastingen worden geheven bij wege van aanslag.
Aangifte
Artikel 8
1. De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het
belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is