Artikel 20 1. Burgemeester en wethouders houden een identiteitskaart onmiddellijk in, indien: a. het document zodanig is beschadigd dat de vermelde gegevens niet meer leesbaar zijn of een deel van de gegevens ontbreekt; b. in of aan het document wijzigingen zijn aangebracht, of een deel ervan ontbreekt; c. de foto van de houder onvoldoende gelijkenis vertoont; d. de identiteitskaart op grond van artikel 19 vervallen is. 2. Een document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn, wordt door burgemeester en wethouder onmiddellijk ingehouden. Artikel 21 1. De houder van de op grond van artikel 19, onder a t/m f, vervallen identiteitskaart levert het document binnen twee weken na de dag waarop het verval ingaat in bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin hij zijn woonplaats heeft. 2. Burgemeester en wethouders vemietigen de ingehouden en de ingele- verde identiteitskaarten en de identiteitskaarten waarop artikel 19 aanhef en onder h, van toepassing is. 3Het vemietigen van de in het tweede lid genoemde identiteitskaarten gebeurt, onmiddellijk na inhouding of inlevering dan wel na verloop van 3 maanden als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder h, door versnippe- ring, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is 4. Het bepaalde in het tweede en het derde lid is niet van toepassing op het document waarin of waaraan wijzigingen zijn aangebracht of op het document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn. 5. Documenten waarop het vierde lid van toepassing is, worden door burgemeester en wethouders aan de Centrale Recherche Informatiedienst beschikbaar gesteld voor onderzoek. Artikel 22 1. Een ieder die, anders dan voor ambtelijke doeleinden, in het bezit is van een identiteitskaart waarvan hij niet de houder is, draagt zorg dat het document zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van burge meester en wethouders van de gemeente die het document hebben ver- strekt. 2. Burgemeester en wethouders die de in het eerste lid bedoelde iden- teitskaart in hun bezit krijgen vemietigen deze identiteitskaart op de wijze als bedoeld in artikel 21, derde lid, tenzij uitreiking aan de houder mogelijk is. Hoofdstuk 5 Administratie Artikel 23 1. Burgemeester en wethouders houden een administratie bij van de ver- strekte, uitgereikte, vermiste, gestolen, gevonden en ingehouden en aan de Centrale Recherche Informatiedienst ter beschikking gestelde identi teitskaarten. 2. De administratie bevat het aanvraag-/identiteitsformulierde tweede pasfoto en voor zover van toepassing de verklaring over de vermissing. 3. De gegevens in de administratie zijn op naam en op documentnummer toegankelijk. 4. Burgemeester en wethouders verstrekken op verzoek van burgemeester en wethouders van een andere gemeente binnen <§<§n week de aanvraagbe- scheiden, als bedoeld in het tweede lid, in verband met het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1992 | | pagina 38