Artikel 24 1. Het verstrekken, de vermissing, de diefstal, het vinden, de inhou- ding en het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informa- tiedienst van een identiteitskaart wordt geregistreerd op de persoons- kaart 2. In vak 24 van de persoonskaart worden de volgende gegevens met betrekking tot de identiteitskaart opgenomen: a. de code "ID" en de datum van verstrekking; b. het documentnummer c. de CBS/GBA-code van de gemeente die het document heeft verstrekt; d. in geval van inhouding van de identiteitskaart de code "I" en de datum van de, inhouding; e. in geval van vermissing of diefstal de code "V" en de datum van de schriftelijke verklaring over de vermissing. f. in geval van ter beschikking stelling aan de Centrale Recherche Informatiedienst de code "C" en de datum van verzending aan deze dienst. g. in geval van het vinden de code "G" en de datum van inlevering bij de gemeente. 3. Bij verstrekking van een nieuwe identiteitskaart wordt de registra- tie van de eerder verstrekte identiteitskaart met de pen doorgehaald. Artikel 25 1. Burgemeester en wethouders vemietigen het aanvraag-/identiteitsfor- mulier en de tweede pasfoto zes jaar na de datum waarop de geldigheids- duur van de identiteitskaart is verstreken. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders het aanvraag/identiteitsformulier en de tweede pasfoto vemietigen nadat een nieuwe identiteitskaart is uitgereikt of na het overlijden van de houder. Hoofdstuk 6 Documentbeheer Artikel 26 1. De voorraad identiteitskaarten en de materialen worden opgeslagen in een waardekast of kluis, met een waardebergingsindicatie overeenkomstig de richtlijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van reisdocumenten. Deze voorziening is in een af te sluiten ruimte ge- plaatst. 2. De plaatsen waar de identiteitskaarten en materialen zijn opgesla gen, zijn uitgerust met een elektronisch inbraakalarmeringssysteem dat voorziet in een zogenoemde permanente vaste-lijn-verbinding met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale 3. De werkvoorraad identiteitskaarten en de te gebruiken materialen bevinden zich tijdens de werkuren, onder voortdurend toezicht, op een voor het publiek onzichtbare en voor onbevoegden onbereikbare plaats. Buiten de werkuren wordt de werkvoorraad opgeslagen in de in het eerste lid bedoelde voorziening. De werkvoorraden bedragen niet meer dan het gemiddelde verbruik van twee dagen. 4. Met betrekking tot de toegang van personen tot de hoofdvoorraad en het zorgvuldig beheer van de werkvoorraad worden organisatorische maatregelen getroffen, die regelmatig op hun effectiviteit worden onderzocht en zo nodig verbeterd. 5. Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de bij de uitvoering van de verordening betrokken ambtenaren regelmatig worden geinformeerd over ontvreemdingsriciso's en geinstrueerd met betrekking tot risicobeper- kende afspraken en maatregelen ter zake.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1992 | | pagina 39