bepaald moment moet een projekt in de eigen financiering
kunnen voorzien.
Wij zullen de voornoemde ontwikkelingen thans konkreet met de
rijstboerenorganisatie afronden. Wij zullen de voornoemde
bedragen in drie termijnen aan de rijstboerenorganisatie
overmaken. Van de kant van de rijstboerenorganisatie verwach-
ten wij dan een regelmatige verslaglegging over de voortgang
van het projekt in de jaren t/m 1993. Wij hechten veel waarde
aan een goed en regelmatig kontakt. Ook straks na het beein-
digen van de financiele bijdragen. Ook dan hopen wij nog kon-
takten met de rijstboerenorganisatie te onderhouden. Mogelijk
kunnen wij de ri jstboerenorganisatie dan op een andere dan de
huidige financiele wijze ondersteunen.
Het vorenstaande resumerend memen wij te mogen stellen dat het
in de afgelopen jaren gevoerde beleid inzake ontwikkelingssa-
menwerking en solidariteit toch wel als positief mag worden
bestempeld. Zoals bekend betreft het een beleidsterrein waar-
over de meningen (nogal) kunnen verschillen. Met name wordt
hierbij vaak op de taak van de Rijksoverheid gewezen. Belang-
rijk in deze diskussie is echter de vraag hoe men op lokaal
nivo tegenover de Derde Wereld staat. De kloof tussen arm (de
Derde Wereld) en rijk (onze Westerse wereld) is groot. Kan men
hier als lokale overheid dan voor weglopen?
Het kollegeprogramma 1990-1994 is in deze duidelijk. Dit
programma zegt:
"Hoewel buitenlandse politiek en in het verlengde daarvan
ontwikkelingssamenwerking een nationale aangelegenheid is,
heeft de gemeente in samenhang met de organisaties op dit
terrein hierin een niet onbelangrijke taak, met name ten
aanzien van de bewustwording"
Wij menen dat het beleid van de afgelopen jaren hierop aan-
sluit. Bewustwording ondersteunt door een projekt in de Derde
Wereld. Zoals reeds werd gememoreerd is de geplande doelstel-
ling voor wat betreft de bewustwording niet geheel gereali-
seerd. Hieraan zal meer aandacht moeten worden geschonken.
B.v. nauwere kontakten met andere, lokale en regionale, bij de
Derde Wereldproblematiek betrokken organisaties/instellin-
gen/groepen en een gerichter aktiviteitenprogramma. Wij denken
in dit kader aan een doelgroepenbeleid.
Een belangrijk aspekt in de afgelopen beleidsperiode betrof de
landkeuzePeru. Hierop is, gezien de politieke konstruktie in
dit land, toch wel enige kritiek geweest. Wij menen hierop de
volgende reaktie te moeten geven.
Doel van het ondersteunen van een projekt als het "Kommunika-
tieprojekt" is het helpen aan de basis. Dit is de plaats waar
de hulp nodig is. De politieke struktuur van het betreffende
land achten wij hierbij van minder belang. In veel Derde
Wereld-landen als Peru kan deze struktuur immers van de ene op
de andere dag wijzigen. Een reel gegeven is echter wel, dat
welke struktuur ook aan de macht is, deze niet in staat is
(gebleken) de problemen aan de basis op te lossen. Wij menen
deze mensen op basis van een politieke struktuur dan ook niet
in de steek te mogen laten. Essentieel in dit kader is dat de
hulp rechtstreeks wordt aangeboden en niet via allerlei tus-