2. Een groep die bestaat uit kinderen van alle in het eerste lid genoemde
leeftijdskategorieen, omvat niet meer dan 12 kinderen. Van dit aantal mogen
er ten hoogste 3 jonger zijn dan 1 jaar.
3. Voor een groep die bestaat uit de in het eerste lid onder b. t/m e.
genoemde leeftijdskategorieen geldt het gemiddelde aantal kinderen.
4. De in het eerste, tweede en derde lid bedoelde aantallen kinderen worden
twee maal per jaar op door burgemeester en wethouders vast te stellen
peildata vastgesteld.
Artikel 20
Verblij fsruimte kinderdagverblij f
1. Elke groep heeft een afzonderlijke vaste verblijfsruimte
2. Voor elk kind moet per verblij f sruimte minimaal 3 m2 netto speel-
werkoppervlak beschikbaar zijn bepaald overeenkomstig NEN 2630.
3. Het kinderdagverblijf dient te beschikken over een voldoende beveiligde
buitenspeelruimtewaarvan de oppervlakte minimaal 4 m2 per spelend kind
bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 2630.
Paragraaf 2
Specifieke regels per voorziening
Artikel 21
Specifieke regels kinderdagverblijven.
1. Een groep kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 1/2 jaar heeft, naast een
vaste verblijfsruimte een aparte slaapruimte.
2. Kinderen die ouder zijn dan 1 1/2 jaar moeten kunnen slapen in een rustige,
afgescheiden ruimte.
3. Het aantal in artikel 19 bedoelde kinderen in een groep staat onder leiding
van tenminste twee funktionarissen.
4. De verblijfsduur van een kind bedraagt ten hoogste 12 uur per dag.
Artikel 22
Specifieke regels buitenschoolse kinderverblijven.
1. Het aantal in artikel 19 bedoelde kinderen in een groep staat onder leiding
van tenminste ddn funktionaris en 66n begeleider.
2. De verblijfsduur van een kind bedraagt ten hoogste 12 uur per dag.
Paragraaf 3
Overige regels
Artikel 23
Voorkoming verspreiding infektieziekten.
1. Het is aan de houder, dan wel degene die met de dagelijkse leiding is
belast, verboden:
a. enig persoon tot het kinderdagverblijf of tot enige daarmee in
verbinding staande lokaliteit, toe te laten of daarin zelf te vertoe-
ven, wanneer, volgens of vanwege de direkteur van de GGD, daarmee het
gevaar van overbrenging van een infektieziektezoals genoemd in de