8
GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
De raad van de geraeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 1993;
gelet op art. 171 van de gemeentewet;
B E S L U I T:
A. Te verkopen en in voile eigendora over te dragen aan de Rijksgebouwen-
dienst een perceel bouwterrein, uitmakende een gedeelte ter grootte van
ongeveer 4.250 m2 van het perceel kadastraal bekend gemeente Hijum,
sectie B, nr. 3319, zoals op de bij dit besluit behorende tekening
staat aangegeven voor de prijs van 260.000,-- (inklusief BTW)
B. De verkoop te laten geschieden onder de volgende voorwaarden:
1. Door en voor rekening van de Staat zullen op het te verkopen
perceel minimaal 50 parkeerplaatsen aangelegd worden.
2. In de akte van levering zal een kwalitatieve verplichting worden
opgenoraen tot het dulden van kabels en leidingen ten algemene
nutte in het te verkopen perceel.
3. Het besteramingsplan staat in principe de bouw toe van een politie-
kantoor, het oprichten van een zendmast en het aanleggen van
parkeerplaatsen. Als bijlage bij deze brief zijn de betrokken
passages uit het bestemmingsplan "Stiens" (gronden bestemd voor
bebouwingsklasse BD, bijzondere doeleinden) gevoegd.
4. De gemeente zal meewerken aan het kreeren van in- en uitrijmo-
gelijkheden aan de Moundyk en de Ljipstrjitte
5. Het verkochte wordt geleverd in voile en vrije eigendom, vrij van
hypothecaire of andere zakelijke rechten, lasten en beslagen,
erfdienstbaarheden of schuldverplichtingen, hoe ook genaamd zonder
beperkende bepaling, alles zo bekend voorts met het beding van
vrijwaring volgens de wet, inzonderheid die wegens uitwinning; het
vorenstaande evenwel uitgezonderd de hiervoor onder d. genoemde
kwalitatieve verplichting.
6. De aanvaarding in bezit en genot geschiedt op de datum van
transport en op die dag gaat ook het risico van het gekochte over
op de Staat.
7. Het gehele perceel mag niet dusdanig verontreinigd zijn dat de in
de Wet Chemische Afvalstoffen genoemde normen worden overschreden.
Bij overschrijding van voornoemde normen kan deze koopovereenkomst
zonder dat rechterlijke tussenkomst noodzakelijk is door de Staat
worden ontbonden.
Van verontreiniging is tevens sprake indien zich op en/of in de
grond ten tijde van de overdracht hogere concentraties van schade-
lijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen is te
verwachten, gelet op de stand van de wetenschap en de toetsings-
waarden van de bij de Interimwet bodemsanering van 29 december
1982, Staatsblad 763, behorende leidraad bodemsanering, danwel
daarvoor in de plaats tredende algemeen gangbare kwaliteitseisen.