09
III. MEERJARENPERSPECTIEF
Algemeen
Uit de meerjarenraraingen bij de begroting bleek, dat de ontwikkeling van de
post onvoorzien voor structurele zaken de volgende ontwikkeling te zien gaf:
Begrotingsjaar Raming Mutatie t.o.v.
cumulatief) voorafgaand iaar
1994 f. 16.300,-- f. 16.300,--
1995 f. 333.000,-- f. 316.700,--
1996 f. 384.700,-- f. 51.700,--
In deze opstelling is geen rekening gehouden met de benodigde ruimte t.b.v.
investeringen en nieuw beleid als opgenoraen in het meerjareninvesteringspro-
gramma
Ten opzichte van de bij de begroting 1993 vastgestelde meerjarenramingen
hebben zich inmiddels ontwikkelingen voorgedaan die van betekenis zijn voor
de uitkomsten van de begrotingen voor de komende jaren. De navolgende punten
worden daaromtrent naar voren gebracht:
Begrotingswiizigingen 1993
De in het vorige hoofdstuk genoemde begrotingswijzigingen onder ad.2. hebben
een strukturele doorwerking naar latere jaren. Voor 1993 kon rekening worden
gehouden met een extra budgettaire ruimte van f. 38.824,--. De doorwerking er-
van naar 1994 t/m 1996 zal op hetzelfde bedrag uitkomen.
Andere ontwikkelingen 1993
Ook de overige in het vorige hoofdstuk genoemde ontwikkelingen hebben ieder
voor zich een structurele doorwerking. Het verloop van die doorwerking ver-
schilt echter per onderdeel.
Uit de begroting 1994 en de meerjarenramingen t/m 1996 van Westergo Bedrijven
blijkt dat de gemeentelijke bijdrage verder zal oplopen en uiteindelijk zal
uitkomen op een bedrag van ongeveer f. 63.000,-- (zie bijlage B.). In onze
eigen meerjarenramingen werd nog rekening gehouden met een gemeentelijke bij
drage van ruim f. 85.000,--. Op termijn is dus een voordeel in te boeken van
pirn. f. 22.000,--. Het grootste deel hiervan (f. 16.000,--) komt reeds in 1994
vrij
Ten aanzien van de personeelskosten werd u in het vorige hoofdstuk met betrek-
king tot de kosten voortvloeiend uit de VUT-regeling voorgesteld een buffer
van f. 50.000,-- in de begroting 1993 op te nemen en hieraan in 1994 en 1995