Kan de pachter daarin niet blijven wonen, om wat voor redenen danook, dan
zal een nieuwe woning bij de bestaande ligboxenstal raoecen worden gebouwd.
Wordt de boerderij afgebroken dan zou de nieuwe woning op dezelfde plaats
moeten worden herbouwt. Nadere eisen in verband met de waarde van de terp
liggen dan in de rede
Zijdelings pleit HPart nog voor een andere situering van de nieuw te bouwen
opslagloods
De Boelstra Olivier Stichting en haar pachter, de heer Draaijer, hebben hun
plannen nader gemotiveerd. Gememoreerd worden het verlies van funktie van
het traditionele bedrijfsgebouw, de aanzienlijke onderhoudskosten van met
name dit gebouw waartegenover geen bedrijfsopbrengsten staan, en de voor
hen logische keuze van een nieuwe bedrijfswoning nabij het nieuwe, bestaan
de bedrijfsgebouw. Onderkend wordt dat het in zekere zin betreurenswaardig
is dat de oude traditionele boerderij verdwijnt maar er worden meerdere
redenen aangevoerd om de voorkeur te geven aan nieuwbouw naast de bestaan
de, nieuwe stal. Zo zijn er bedrijfergonomische overwegingen zoals optimale
bereikbaarheid van woning en bedrijfsgebouwen; esthetische overwegingen die
het niet aanbevelen om op de plaats van de oude boerderij een nieuwbouwwo-
ning te plaatsen met een relatief kleinere omvang waarbij wordt opgemerkt
dat herbouw van een woning van de omvang als de oude is finaneieel niet
aanvaardbaaresthetisch is het logischer een nieuwbouwwoning te laten
aansluiten bij de reeds aanwezig nieuwe, moderne ligboxenstal. Voorts is de
bereidheid uitgesproken om de "Swaarderterp"de terp waarom het gaat, met
herstel van de oude boomsingels als een archeologisch monument in het land-
schap te bewaren onder onderkenning van de grote wetenschappelijke waarde
van ook deze terp die tot de oudste terpen behoort waaruit vondsten uit de
Romeinse tijd bekend zijn. Daarom dient, volgens betrokkenen, bewerking en
bewoning achterwege te blijven om verdere erosie en verstoring te voorko-
men. De stichting verklaart zich in dit verband bereid de Swaarderterp te
zijner tijd voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar te stellen.
Conform het advies van uw raadscommissie DOW leggen wij u de beide keuzemo-
gelijkheden voor.
Om kort te gaan gaat het daarbij om de volgende mogelijkheden:
Uit te spreken dat geen planologische medewerking wordt verleend aan de
realisering van het bouwplan waarvoor vergunning is gevraagd met als gevolg
dat wij het verzoek om vergunning wegens strijd met het bestemmingsplan
moeten weigeren.
E6n en ander laat uiteraard onverlet de mogelijkheden die het bestemmings
plan biedt met betrekking tot een bouwplan dat wel daarin past.
Uit te spreken dat een nieuwe bestemming voor het betrokken gebied wordt
voorbereid (het nemen van een voorbereidingsbesluit derhalve) en daarmee de
basis te vormen voor de vrijstellingsprocedure ex art.19 WRO teneinde
planologische medewerking te verlenen aan de realisering van het bouwplan
waarvoor vergunning is gevraagd en tevens te bepalen dat aan ons college de
verdere afhandeling van deze procedure wordt overgelaten.
Voor elk van deze mogelijkheden geldt naar onze mening nog de bestuurlijke
verantwoordelijkheid die betrekking heeft voor de nadere detaillering
daarvan
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretarisde burgemeester,
J.J. KINGMA
MR. C. BIJL