De heer Van der Ende vraagt naar aanleiding van het functioneren van
wethouder Glas in het OLAF-bestuur opheldering over een uitspraak die
de wethouder in de besloten ABZ-commissievergadering had gedaan. In
die vergadering had zij het witboek over het reilen en zeilen in het
OLAF aangeboden aan de coramissieleden en had zij gepeild hoeveel
politieke dekking (krediet) zij als vertegenwoordiger in het OLAF had
van de verschillende raadsfractiesWethouder Glas had bij die
gelegenheid laten weten dat ze zich, bij uitblijven van voldoende
politieke steun, zou beraden over haar positie. Van der Ende had die
uitspraak opgevat als een drukmiddel om de eigen positie als wethou
der te versterken. Hij deelt mee dat de wethouder in haar functie als
OLAF-bestuurder tot nu toe altijd krediet had gehad van de WD-
fractie, maar dat daar na die uitspraak een flink deel van was
opgesoupeerd.
Wethouder Glas brengt naar voren dat zij alleen haar functioneren in
het OLAF-bestuur ter discussie had willen stellen, in het geval de
politieke fracties zich niet hadden kunnen vinden in haar optreden.
Ze merkt op dat ze had beloofd het witboek terug te koppelen naar de
commissie ABZ. Vervolgens had ze de commissie willen raadplegen of er
voldoende politieke krediet voor haar was als vertegenwoordiger van
Leeuwarderadeel in het OLAF-bestuur. Het vertrouwen van de meeste
raadsleden had haar vervolgens voldoende energie gegeven om door te
gaan als OLAF-bestuurder.
In tweede termijn voeren de heren Van Rijn (B-2 en B-3)Van der Ende
(B-2)Tulner (B-2 en B-3) en Teitsma (B-2) het woord.
De heer Teitsma nodigt de heer Van der Ende uit, naar aanleiding van
diens kritiek op wethouder Glas, de vertrouwenskwestie te stellen.
Hij verzoekt ook het CDA het vertrouwen in de wethouder uit te spre-
ken. Voorzitter Bijl stelt tenslotte vast dat de gemeente Leeuwarde
radeel geen behoefte heeft aan een andere vertegenwoordiger in het
OLAF-bestuur. Alle partijen, inclusief de WD, gaan met die vast-
stelling accoord.
Ten aanzien van het vertrouwelijk behandelen van voorstellen in
besloten (commissie)vergaderingen deelt de voorzitter mee dat zaken
die in de persoonlijke sfeer liggen, vertrouwelijk moeten worden
behandeld. Toch belooft hij dat het college extra kritisch zal kijken
of het aantal van vertrouwelijk te behandelen zaken niet enigszins
kan worden beperkt.
Over het terugkoppelen naar de raad van uit te voeren werken zegt de
voorzitter toe dat een andere procedure van toetsing t.a.v. de
uitvoering van werken, zoals de heer Van Rijn voorstaat, in de
commissies ABZ en DOW zal worden besproken. Ten aanzien van de
projecten Martenawei en voetpad Hijurn kan dat niet meer, omdat het
werk al in uitvoering is gegeven.
Wethouder Jansma doet de toezegging dat het schrijven van de heer
B.J. Postma uit Hallum zal worden behandeld in de commissie ABZ.
Voorbereidingsbesluit buitengebied (ged.) mestbassin L. de Boer
93/70 - 1020 m.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
van het college besloten.