H
L. Artikel 30 wordc gewijzigd als volgc:
1. Hec opschrifc komc ca luiden: Bijzonder nabestaandenpensioen.
2. Hec woord "weduwenpensioen" wordt in ieder lid vervangen door:
nabescaandenpensioen.
3. In hec derde lid wordc hec woord "weduwenpensioenen" vervangen
door: nabescaandenpensioenen.
M. Artikel 31 wordc gewijzigd als volgc:
1. Hec opschrifc komc ce luiden: Nabescaandenpensioen bij hertrouwen.
2. De eersce volzin komc ce luiden: Indien een nabescaande hertrouwc,
wordc zijn pensioen opnieuw vascgesceld mec ingang van de maand
volgend op die waarin hij hertrouwc.
N. Artikel 32 komc ce luiden:
Artikel 32 Wezenpensioen
1. Het wezenpensioen bedraagt:
a. voor elk kind, wiens ouder aan het overlijden van de wechouder,
gewezen of gepensioneerde wethouder recht op pensioen ontleent,
een zevende gedeelte;
b. voor elk ander kind, cwee zevende gedeelte van het pensioen van
de overledene, berekend overeenkomscig artikel 28.
2. Voor de toepassing van hec eerste lid wordt onder ouder mede
begrepen de echtgenoot van de wethouder, gewezen of gepensioneerde
wechouder, die op hec tijdstip van zijn overlijden de pleegouder-
lijke zorg had voor hec kind, bedoeld in artikel 26.
0. Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. Hec cweede lid komc Ce luiden:
2. De wees die geen recht heeft op wezenpensioen ingevolge de
Algemene Weduwen- en Wezenwet heeft recht op een toeslag op zijn
volgens artikel 32 berekende pensioen, tenzij zijn ouder recht
heeft op hec pensioen genoemd in artikel 19, elfde lid, onder b
van die wee. Deze coeslag bedraagt jaarlijks voor elk voor de
berekening van het wezenpensioen tellend jaar:
a. voor de wees bedoeld in artikel 32, eersce lid, onder a,
0,375 procent van hec cot een jaarbedrag herleide bedrag van
hec in de eersce volzin bedoelde pensioen, vermeerderd met
hec bedrag van de vakantie-uitkering genoemd in artikel 37b,
zesde lid, onder b, van de Algemene Weduwen- en WezenweC.
b. Voor de wees bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder b, 0,75
procenc van hec coc een jaarbedrag herleide bedrag van het in
de eersce volzin bedoelde pensioen, vermeerderd meC het
bedrag van de vakancie-uitkering genoemd in artikel 37b,
zesde lid, onder b, van de Algemen Weduwen- en Wezenwec.
2. In hec vierde lid wordc in de zinsnede "hec bedrag genoemd in
artikel 19, cweede lid, onderscheidenlijk artikel 37b, cweede lid"
vervangen door: hec bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder
b, onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid, onder b.
P. Artikel 34 komc ce luiden:
Artikel 34 Herberekening wezenpensioen
1. Hec wezenpensioen wordc herberekend overeenkomscig de artikelen 32
en 33, wanneer hec nabescaandenpensioen of hec bijzonder nabescaan
denpensioen van de ouder wegens diens overlijden is geeindigd.
2. Wanneer hec nabescaandenpensioen van de ouder krachcens artikel 31
wegens hertrouwen opnieuw wordc vascgesceld, wordc hec wezenpen
sioen bedoeld in artikel 32, eersce lid onder a, verhoogd mec een
bedrag dac zich verhoudt coc hec bedrag van dat wezenpensioen,
zoals hec verschil cussen hec nabescaandenpensioen bedoeld in
artikel 28 voor en na de toepassing van artikel 31 zich verhoudt
coc dac nabescaandenpensioen voor die toepassing.
3. Voor de toepassing van die artikel is artikel 32, cweede lid, van
overeenkomscige coepassing.
