11. Nawoord
Deze notitie beoogt een globale evaluatie van de ervaringen in
de afgelopen 4 jaar met daaraan gekoppeld een visie/lijn voor
de jaren 1994 - 2000 te zijn.
Deze visie/lijn is echter niet uitputtend. Zij moet meer als
een leidraad c.q. aanzet tot een konkreet en herkenbaar beleid
inzake de opvang/begeleiding van asielzoekers worden gezien.
Het konkreet op papier zetten van de verschillende taken en
verantwoordelijkheden, alsmede een visie voor de toekomst.
Gekonstateerd moet worden dat het hieraan de afgelopen jaren
nog wel eens ontbrak.
Op basis van (praktische) ervaringen zullen er jaarlijks
wellicht nog bijstellingen moeten plaatsvinden, maar bij een
zo ingrijpend beleid als de opvang/begeleiding van asielzoe
kers waarbij zoveel menselijke aspekten als akseptatie, emo-
ties en (wederzijds) begrip naar voren komen kan dit wellicht
ook niet anders.
Deze notitie beperkt zich (in principe) tot de R.O.A.-periode
van asielzoekers. Deze periode loopt vanaf het moment van
aankomst in de gemeente Leeuwarderadeel tot het moment van
vertrek
De procedure van een asielzoeker kent in dit kader een tweetal
eindpunten.
1. De asielzoeker wordt niet als zodanig erkend. Er wordt geen
status toegekend, maar er vindt uitzetting naar het land
van herkomst plaats. De asielzoeker verdwijnt dan uit het
zicht van de lokale opvang. Ook als de asielzoeker, zoals
toch regelmatig gebeurt, onderduikt.
2. De asielzoeker krijgt een status en daarmee dezelfde rech-
ten en plichten als een Nederlander. In deze situatie komt
de statushouder in de gemeente Leeuwarderadeel of elders
onder de werkingssfeer van de Sociale Dienst terecht.
Binnen de Sociale Dienst zal dan, in overleg met de Stich-
ting Vluchtelingenwerk Leeuwarderadeelde verdere weg
(nazorg) voor de statushouder moeten worden bepaald.
Aldus vastgesteld door de raad van de
gemeente Leeuwarderadeel in zijn
(Mr. C. Bijl)
(J.Jl. lUrngma)
21
J