3Amateuristische kunstbeoefening.
De notitie "Welzijnsbeleid 1993 t/m 1996" zegt over de amateu
ristische kunstbeoefening.
"Ten aanzien van de amateuristische kunstbeoefening staan wij
een beleid voor waarbij wij streven naar het minimaal handha-
ven van het huidige nivo. De amateuristische kunstbeoefening
heeft haar sporen in de afgelopen jaren duidelijk verdiend.
Wij zullen hierbij echter wel de ontwikkelingen bij het mu-
ziekonderwijs blijven volgen. Wij menen dat er een duidelijke
link tussen een muziekonderwijsbeleid en de amateuristische
kunstbeoefening ligt. Muziekonderwijs en amateuristische
kunstbeoefening liggen in elkaars verlengde"
Voor 1994 zien wij geen reden van deze visie af te wijken. De
amateuristische kunstbeoefening heeft haar sporen binnen de
samenleving van de gemeente Leeuwarderadeel verdient. Het
betreft een stuk kunstuiting waarin een groot gedeelte van
bevolking plezier beleeft veel energie kwijt kan. De subsidi
sing van de amateuristische kunstbeoefening moet dan ook als
een waarderingssubsidie worden gezien. Dit betekent een subsi-
die overeenkomstig bijlage A. van de "Algemene subsidie-veror-
dening welzijn gemeente Leeuwarderadeel".
Dit betreft de subsidie-aanvragen "a" t/m "m" Wij zien op dit
moment geen aanleiding hierin wijzigingen aan te brengen.
4. Ouderenwerk
Evenals in voorgaande jaren maken wij hierbij weer een onder-
scheid naar twee soorten instellingen/organisaties. Enerzijds
betreft dit de organisaties/instellingen genoemd bij ee.gg.
en hh. Dit zijn zelfstandige, en in een tweetal gevallen (de
Stichting Wolwezen Alderein Menameradiel en de Kruisvereniging
Noord-Friesland) bovengemeentelijk opererende instellingen/or
ganisaties. Deze zullen, ook in de toekomst, niet in het ge-
plande gekoordineerd ouderenwerk worden geintegreerdVoor
deze instellingen/organisaties sluiten wij ook voor 1994 aan
bij de tot nu toe gehanteerde subsidie-kriteria. Wij zien geen
aanleiding hiervan af te wijken.
Voor de Stichting Wolwezen Alderein Menameradiel (ee.) bete
kent dit een subsidie van f 1,25 per warme maaltijd. Voor 1994
hanteren wij hierbij een maximaal subsidie van f 7.500,
(6.000 warme maaltijden a f 1,25). Wij menen in tegenstelling
tot de voorgaande jaren thans een bovengrens aan de subsidie-
ring van de warme maaltijdvoorziening te moeten stellen. De
financiele middelen noodzaken ons hier toe. Ook bij prioritei-
ten - wij leggen de prioriteit bij de warme maaltijdvoorzie
ning bij de ouderen - betekent dit, ter voorkoming van een
ongeremde groei, het stellen van een reele bovengrens. Subsi
dising van een hoger aantal warme maaltijden (voor ouderen)
zal door de Stichting Wolwezen Menameradiel moeten worden