het (gekoordineerd) ouderenwerk.
Deze werksoorten vormden de afgelopen jaren de hoofdmoot van
het aandachtsveld voor de W.I.L. Sinds September 1993 is hier
ook nog de kinderopvang aan toegevoegd.
Het jaar 1994 wordt voor de W.I.L. een belangrijk jaar. In
1994 zal er een belangrijke stap op weg naar de nieuwe multi-
funktionele akkommodatie worden gezet. Mogelijk zal deze
akkommodatie eind 1994 al (gedeeltelijk) in gebruik kunnen
worden genomen. Daarnaast zal er ook een verdere konkrete
invulling aan de beoogde budgetsubsidiering moeten worden
gegeven
Naast de reeds bij het Ouderenwerk gememoreerde tussenrappor-
tage over het gekoordineerd ouderenwerk hebben wij onlangs ook
een tussenrapportage over het funktioneren van de W.I.L. als
instelling ontvangen. Deze rapportage sluit met de konklusie
dat er bij de W.I.L. een konkrete beleidswijziging in de
richting van het door de gemeente beoogde funktioneren valt te
konstateren.
De beoogde struktuurwijziging is echter een proces wat niet
van de ene op de andere dag kan worden gerealiseerd, maar de
eerste stappen zijn zichtbaar. Wij wijzen hierbij met name op:
a. het oppakken van de vier door de gemeenteraad aangegeven
prioriteiten.
Wei zal er door de W.I.L. nog een konkrete specifikatie van
de kosten per werksoort moeten worden gemaakt. Deze speci-
fikatie vormt de basis voor de verdere subsidiering van de
W.I.L. en dan met name ten aanzien van de onderlinge af-
stemming tussen de genoemde prioriteiten.
b. het aan de prioriteiten aanpassen van de personeelsstruk-
tuur. In de beoogde nieuwe struktuur is er sprake van drie
stafkrachten met duidelijke afgebakende werkterreinen met
een direkte verantwoordelijkheid naar het bestuur toe, te
weten
ouderenwerk, zowel koordinerend als uitvoerend;
jeugd- en jongerenwerk; en
kinderopvang/peuterwerk.
Eventueel uit deze nieuwe struktuur voortvloeiende extra
personeelskosten (herziene funktie-waarderingen) zijn (nog)
niet meegenomen in de begroting van de W.I.L. over 1994. De
hier uit voortvloeiende financiele konsekwenties dienen
echter nog wel zichtbaar te worden gemaakt en ter goedkeu-
ring aan het gemeentebestuur te worden voorgelegd.
Inhoudelijk willen wij ingaande 1994 tot konkrete visie ten
aanzien van de W.I.L. komen, waarbij jaarlijks een beleids-
taakstelling wordt aangegeven. Achteraf dient deze taakstel-
ling dan te worden getoetst. Wij achten dit, gezien de centra-
le plaats van de W.I.L. binnen het lokale welzijnsbeleid, een
reeel uitgangspuntDe W.I.L. zal in dit kader naar een op
elkaar afgestemd Werkplan en Jaarverslag moeten streven. Deze
beide stukken vormen immers de basis voor de beoordeling van
de voornoemde beleidstaakstelling. Financieel zullen wij dit,
op basis van de ons nog door de W.I.L. te verstrekken kosten—
opzet per werksoort, in budgetsubsidiering vertalen. Dit zal
een groeiproces zijn.
15