VI. NIEUWE ONTWIKKELINGEN A1GEMENE 11TTKFRING UIT HET GEMEENTEFONDS Medio maart werden de gemeenten in kennis gesteld van het advies van de Raad van de Gemeentefinaneien aan de beheerders (de minister van Financier! en de staatssecretarissen van Financien en Binnenlandse Zaken) van het Gemeentefonds inzake een nieuwe verdeling van de middelen uit dat fonds. De huidige verdeling over de gemeenten wordt gedomineerd door het verschi I in omvang. Hoe groter de gemeente, des te groter de algemene uitkering uit het Gemeentefonds verhoudingsgewi js wordt. Deze methodiek doet b.v. geen recht aan de varieteit van gemeenten van gelijke omvang. Ook houdt het huidige verdeei- stelsel onvoldoende rekening met de verschillende mogelijkheden om eigen in komsten te genereren. Om aan deze tekortkomingen tegemoet te komen is de Raad in 1990 een onderzoek gestart om tot betere verdeling te komen. De uitgangspunten die hierbij gehanteerd werden zijn: a. elke gemeente moet via het Gemeentefonds financieel in staat worden gesteld om een gelijkwaardig voorzieningniveau te realiseren; b. een herverdeling zal budgettair neutraal moeten verlopen. De gevolgde methode van het onderzoek kende drie fases. De eerste fase was een uitgaven-analyse en was bedoeld om de uitgaven onder- ling vergelijkbaar te maken. In deze fase is het uitgavenpatroon ten aanzien van een groot aantal taken met behulp van de gegevens van het C.B.b. van qemeenten in kaart gebracht. Ten aanzien van taken waarvoor geen beroep gedaan kon worden op het C.B.S. is veldonderzoek verricht bij een groot aantal gemeenten. u ..4+,,.,.,™ De tweede fase bestond uit de ontwikkeling van ijkpunten voor net uitgaven- niveau en het opstellen van ijkpunten voor de eigen gemeentelijke inkomsten,. Ijkpunten zijn geobjectiveerde indicaties of normen per gemeente van de hoogte van zowel de inkomsten als de uitgaven voor met elkaar samenhangende taken. Door uitgaven-ijkpunten te construeren wordt per gemeente een genormeerd kos- tenniveau bepaald dat, gelet op de sociale, fysieke en functionele leidt tot een gelijkwaardig voorzieningenniveau. Hiermee is dan de behoette aan algemene middelen bepaald. Tegenover de behoefte aan algemene middelen staat het vermogen zelf middelen te genereren. Met het belangrijkste van de inkomsten-ijkpunten, het ijkpunt onroerende zaakbelastingen, wordt beoogd aan te qeven welke eigen belastingmiddelen de gemeente kan aanwenden voor de dek- kinq van de genormeerde kosten, gelet op haar belastingcapaciteit. Er wor dus rekening gehouden met het feit dat de waarde van de met-woonbebouwing zeer verschillend over de gemeenten is verdeeld. De nieuwe algemene uitkering wordt daarna in principe bepaald op grond van het verschil tussen de ijkpunten voor uitgaven en eigen inkomsten. In de derde fase zijn de ijkpunten zo goed als mogelijk omgezet in verdeei- maatstaven. De factoren die zijn opgenomen in de ijkpunten zijn met ailemaai geschikt als verdeelmaatstafEen oorzaak is dat een grootheid waarmee geld wordt verdeeld niet alleen inhoudelijk goed moet zijn, maar bovendien zo goed mogelijk moet voldoen aan eisen betreffende meetbaarheid, betrouwbaarheid en

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 48