HOOFDSTUK V DISCIPLINAIRE STRAFFEN Artikel 30 Plichtsverzuim 1. De vrijwilliger die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan deswege disciplinair worden gestraft. 2. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, hetwelk een goed vrijwilliger in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen. Artikel 31 Strafmaat 1. De disciplinaire straffen welke kunnen worden toegepast, zijn: a. schriftelijke berisping; b. inhouding van een deel der vaste vergoeding als bedoeld in artikel 2 van de Vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brand- weer c. schorsing al dan niet met inhouding van de vergoeding; d. ongevraagd ontslag. 2. De straffen worden door burgemeester en wethouders opgelegd. Artikel 32 Verantwoording door vrijwilliger 1. De verantwoording door de vrijwilliger geschiedt, indien deze niet schriftelijk plaatsvindt, ten overstaan van burgemeester en wethouders of ten overstaan van een door hen aangewezen vertegenwoordigerDe verantwoording vindt niet eerder dan 6 maal 24 uur en niet later dan 12 maal 24 uur plaatsOp verzoek van de vrijwilliger kan van deze termij- nen worden afgeweken. 2. Geschiedt de verantwoording mondeling, dan wordt daarvan binnen 36 uur proces-verbaal opgemaakt, dat na voorlezing wordt getekend door hem te wiens overstaan de verantwoording heeft plaatsgehad en door de vrijwil liger. Weigert de vrijwilliger de ondertekening, dan wordt daarvan in het proces-verbaalzo mogelijk met vermelding der redenen melding gemaakt. Een afschrift van het proces-verbaal wordt de vrijwilliger uitgereikt. 3. Indien de vrijwilliger zulks verlangt, worden hij en zijn raadsman in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de ambtelijke rapporten of andere bescheiden welke op de hem ten laste gelegde feiten betrekking hebben. Artikel 33 Besluit tot strafoplegging De vrijwilliger verstrekt burgemeester en wethouders een ontvangstbewijs van het besluit tot strafopleggen Artikel 34 Tenuitvoerlegging straf De straf bedoeld in artikel 31, lid 1, onder b t/m d, wordt niet ten uitvoer gelegd zolang zij niet onherroepelijk is geworden, tenzij bij de strafoplegging onmiddellijke tenuitvoerlegging is bevolen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 38