HOOFDSTUK VI SCHORSING EN ONTSLAG
Artike1 35 Schorsing
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 30 kan de vrijwilliger door
burgemeester en wethouders worden geschorst:
a. wanneer hem het voornemen tot bestraffing met ongevraagd ontslag is
te kennen gegeven of hem van de oplegging van deze straf mededeling
is gedaan;
b. wanneer tegen hem volgens de ter zake geldende bepalingen van het
Wetboek van Strafvordering een bevel tot inverzekeringstelling of
voorlopige hechtenis wordt ten uitvoer gelegd,
c. wanneer tegen hem een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf
wordt ingesteld;
d. in andere gevallen waarin schorsing wordt gevorderd door het belang
van de dienst.
2. Het schorsingsbesluit bevat in ieder geval
a. een aanduiding van het tijdstip waarop de schorsing ingaat;
b. een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de duur der schorsing.
Artikel 36 Ontslagbesluit
Het besluit van burgemeester en wethouders tot het verlenen van ontslag
vermeldt de datum van ingang van het ontslag dan wel een omschrijving of
aanduiding van die datum.
Artikel 37 Ontslag op eigen verzoek en aanhouden ontslag
1. Indien de vrijwilliger ontslag verzoekt, wordt hem dit eervol verleend.
2. Dit ontslag wordt niet verleend met ingang van een datum gelegen binnen
een maand dan wel later dan drie maanden na de datum waarop het verzoek
om ontslag is ingekomen.
3. Indien de vrijwilliger dit verzoekt, kan van het bepaalde in het tweede
lid worden afgeweken.
4. Indien een strafrechtelijke vervolging tegen de vrijwilliger aanhangig
is, of indien overwogen wordt hem in aanmerking te brengen voor een
disciplinaire straf, kan het nemen van een beslissing op een verzoek om
ontslag worden aangehouden totdat de uitspraak van de strafrechter of de
beslissing inzake de disciplinaire straf onherroepelijk is geworden.
Artikel 38 Ongevraagd ontslag
1. Burgemeester en wethouders verlenen de vrijwilliger ongevraagd eervol
ontslag op grond van het bereikt hebben van de 55-jarige leeftijd.
Dit ontslag gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin
de leeftijd van 55 jaar is bereikt.
2. De ingangsdatum van het in het vorige lid bedoelde ontslag kan telkens
met een periode van <§6n jaar worden opgeschort, indien zulks door
burgemeester en wethouders in het belang van de dienst wordt geacht en.
a. de vrijwilliger zulks heeft verzocht of daarmede instemt, en