Artikel 6
1. Indien aan de belanghebbende binnen zes maanden nadat hij ouder-
schapsverlof op grond van deze verordening heeft genoten, ontslag
wordt verleend op grond van artikel H4, lid 1 of artikel G2lid 1
onder j van het Algemeen Ambtenarenreglementis hij verplicht de
bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten,
terug te betalen.
2. Geen terugbetalingsverplichting ontstaat indien het ontslag als
bedoeld in artikel H4, lid 1 het gevolg is van het aanvaarden van een
betrekking bij een andere gemeente en evenmin indien de belanghebben
de aanspraak heeft op een uitkering op grond van artikel 1, lid 2,
van de Uitkeringsverordening
3. Indien de belanghebbende binnen drie maanden nadat hij ouderschaps-
verlof op grond van deze verordening heeft genoten, op aanvraag een
betrekking aanvaardt voor minder uren dan hij direct voorafgaande aan
het ouderschapsverlof vervulde, dient hij de bezoldiging die hij op
grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten over de uren waarmee
zijn aanstelling wordt verminderd, terug te betalen.
4. De belanghebbende die van het ouderschapsverlof gebruik maakt, dient
zich tevoren schriftelijk akkoord te verklaren met het in lid 1 en 3
bepaalde
Artikel 7
Voor gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid
voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders een bijzondere
regeling treffen.
Artikel 8
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening betaald
ouderschapsverlof Leeuwarderadeel"
2. De verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking
3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening, wordt de
voorgaande verordening, vastgesteld door de raad op 26 September
1991, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Leeuwarderadeel in de openbare vergadering
van 21 juli 1994,
de secretaris,
(J.J A Kingma)
voorzitter
J
(mr. C. Bijl)
3