2. Een gemeentelijk belang wordt gediend door:
a. opleidingen aan een bestuursacademie
b. opleidingen, gericht op het terrein waarop de ambtenaar in zijn
huidige functie werkzaam is
c. opleidingen, die niet direct betrekking hebben op de tegen-
woordige functie van de ambtenaar, maar gericht zijn op een
functie, waarvoor de ambtenaar op een later tijdstip in aan-
merking kan komen;
d. andere door het college van burgemeester en wethouders aan te
wijzen opleidingen
artikel 3
1. Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kan het college van burge
meester en wethouders - al dan niet op aanvraag van de ambtenaar -
een gericht studieadvies inwinnen.
2. In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders
in overleg met de ambtenaar een psychologisch onderzoek doen instel-
len.
artikel 4
1. De studiefaciliteiten worden verleend voor een door het college van
burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die
wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorige lid
bedoelde termijn met 6dn jaar verlengen, welke termijn in bijzondere
gevallen nogmaals kan worden verlengd.
artikel 5
1. Indien het college van burgemeester en wethouders op grond van door
hem ingewonnen inlichtingen van oordeel is, dat de ambtenaar niet
regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan
worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4
te volbrengen, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd
de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te
trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats indien de ambtenaar
aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het
gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zelf zijn te
wij ten.
2. De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die het college
van burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verorde-
ning nodig acht.
artikel 6
De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich
na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvol-
gende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan
aan het college van burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks
op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.
2