rele financiele ondersteuning wordt gegeven. De omvang van deze
bijdrage wordt over het algemeen aan de hand van een aantal vaste
criteria (het aantal leden of het aantal bijeenkomsten) vastgesteld;
g. ondersteuningssubsidieeen subsidie waarmee tijdig ingespeeld kan
worden op nieuwe ontwikkelingen of zich onverwachts voordoende
eenmalige evenementen of aanschaffingen: het ondersteunen van instel-
lingen in niet tot het normale uitgavenpatroon van de instelling
behorende kosten, waarbij de doelstelling van de instelling van
zodanig algemeen belang wordt geacht, dat ondersteuning verantwoord
is;
h. budgetsubsidieeen vooraf voor een bepaalde periode toegekend bedrag
aan middelen ten behoeve van gedefinieerde activiteiten en/of presta-
ties
i. jaar: het kalenderjaar
j. begroting: een raining van inkomsten en uitgaven over een jaar;
k. instelling: elke organisatie of groepering van personen die zich
blijkens haar doelstelling, structuur en werkwijze tot doel stelt het
zonder winstoogmerk verzorgen van activiteiten op het terrein van het
welzijn in de gemeente Leeuwarderadeel
1. beroepskracht: degene die op grond van een schriftelijke arbeidsover-
eenkomst of een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten
ten behoeve van een instelling een functie uitoefent;
m. beleidsplan: een door een instelling voor een periode van vier jaar
in grote lijnen gegeven beschrijving van haar beleid;
n. werkplan: een besluit van een instelling waarin, volgens richtlijnen
van het college van burgemeester en wethouders en de raad, de wijze
waarop men de doelstellingen denkt te realiseren staan aangegeven;
0. werkprogramma: een overzicht van een instelling waarin voor een
periode van <S6n jaar een overzicht van de werkzaamheden/activiteiten
wordt gegeven.
Artikel 2
1. De raad stelt jaarlijks een programma, als onderdeel van de gemeen-
tebegroting vast, waarin wordt aangegeven welke voorzieningen in het
betreffende begrotingsjaar voor bekostiging in aanmerking komen of
door de gemeente zelf in stand gehouden zullen worden. Tevens wordt
hierin de hoogte en de vorm van het subsidie voor iedere instelling
afzonderlijk vermeld.
2. Het programma kan tussentijds worden gewijzigd.
Artikel 3
1. Geen subsidie op grond van deze verordening wordt verleend voor
activiteiten die:
uitsluitend of in hoofdzaak gericht zijn op politieke en/of
geestelijke vorming;
niet voor een ieder toegankelijk zijn.
2. Subsidiering is slechts mogelijk indien de activiteiten van de
instelling mede gericht zijn op en/of aanwijsbaar ten goede komen aan
ingezetenen van de gemeente.
3. Subsidie wordt slechts verleend aan een instelling.
2