17. de onderwijsgevende in het genot is geweest van een ontslaguitkering vanwege het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, het Ministerie van Landbouw en Visserij of van de gemeente, voor zover deze ontslag uitkering werd toegekend in verband met ontslag uit een onderwijsbe- trekking en de tijd weIke 18. de onderwijsgevende heeft gewijd aan de verzorging van tot het huishouden van onderwijsgevende behorende 0 - tot 4 - jarige eigen- stief- of pleegkinderen, tot een maximum van in totaal zes jaren (verzorgingstijd) met dien verstande dat: een aanstelling voor een bepaald aantal uren per week gelijk geacht wordt aan een aanstelling in volledige dienst; alleen die diensttijd in aanmerking wordt genomen welke bij het bevoegd gezag desgevraagd is opgegeven binnen 1 maand na de datum waarop de aanstelling is ingegaan. Nadien opgegeven diensttijd wordt voor het vaststellen van de afvloeiingsvolgor- de niet meer in aanmerking genomen; bij samenloop van bovengenoemde betrekkingen of eerdergenoemde situaties de daarin doorgebracbte diensttijd voor de toepassing van de afvloeiingsregeling slecbts 66n maal meetelt. De dienst tijd behoeft niet aangesloten te zijn. Is men in een betrekking als bedoeld onder 1 t/m 15 aangesteld en beeft men gedurende die periode buitengewoon verlof genoten als bedoeld in bet Rechtspositiebesluit onderwijspersoneeldan telt die verlof- tijd als diensttijd mee. d. vaste aanstelling; aanstelling voor onbepaalde tijd; e. tijdelijke aanstelling: aanstelling voor bepaalde tijd; f. afvloeiing: tussentijds ontslag uit een tijdelijk dienstverband danwel ontslag uit een vast dienstverband van onderwijsgevende op grond van opheffing van de school of van een betrekking aan de school of wegens zodanige veranderingen in de inrichting van het onderwijs, dat de werkzaambeden van een of meer onderwij sgevenden overbodig worden; g. OWBO/WBO-protocoleen voor de desbetreffende basisschool opgestelde lijst die de onderlinge afvloeiingsvolgorde aangeeft van de onder wij sgevenden die op 1 augustus 1985 als groepsleraar in vaste dienst aan die basisschool zijn verbonden en die op 31 juli 1985 aan een openbare kleuter- of lagere school binnen de gemeente waren verbon den; h. fusieprotocoleen voor de desbetreffende basisschool opgestelde lijst die de onderlinge afvloeiingsvolgorde aangeeft van de onder wij sgevenden die de dag voorafgaande aan de fusie als lid van het onderwijzend personeel aan een van de bij de fusie betrokken basis- scbolen verbonden zijn en die op de dag waarop de fusie is gereali- seerd aan de gefuseerde school in vaste dienst zijn aangesteld; i. verzorgingsprotocoleen voor de desbetreffende school per afvloei- ingscategorie opgestelde lijst die de onderlinge afvloeiingsvolgorde op 1 augustus 1991 aangeeft van de onderwijsgevenden die op 31 juli 1991 als lid van het onderwijzend personeel aan de betrokken school verbonden zijn en op 1 augustus 1991 aan de betrokken school in vaste dienst zijn aangesteld; 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 146