Artikel 11 De budgethouder draagt zorg voor een zodanige organisatie van de aan de toevertrouwde budgetten verbonden werkzaamheden (efficiency van de uitvoe- ring)dat voldaan wordt aan de eisen van doelmatig en doeltreffend beheer van de budgetten. Artikel 12 Beroep op eventuele onvolledigheid van deze regeling of van andere voor- schriften is niet mogelijk bij het nalaten van datgene wat tot de goede uitoefening van de functie behoort. Artikel 13 De budgethouder is voor de organisatie en de financiele administratie van de aan de budgetten verbonden werkzaamheden rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan het college van burgemeester en wethouders Artikel 14 De budgethouder dient te alien tijde toe te staan, dat door het college van burgemeester en wethouders nader aan te wijzen funktionarissen, controle op de financiele bescheiden en het gevoerde beleid plaatsvindt en aan die controle volledige medewerking wordt verleend. Artikel 15 De budgethouder verstrekt voorts alle inlichtingen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd. E. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 16 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen ter aanvulling van deze regeling of in die gevallen, waarin deze regeling niet voorziet. Artikel 17 In geval van een geschil op grond van deze regeling, beslist het college van burgemeester en wethouders, de betrokken budgethouder(s) gehoord. Artikel 18 Indien de in deze regeling vervatte voorschriften niet of onvoldoende worden nageleefd of anderszins de besteding van de budgetten niet naar tevredenheid functioneertkan het college van burgemeester en wethouders deze regeling intrekken. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 173