Artikel 2 vervallen per 1-1-1995
Artikel 3
1. De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.
2. De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigendom.
Artikel 4 vervallen per 1-1-1995
HOOFDSTUK 2 DE IDENTITEITSKAART
Artikel 5
De identiteitskaart is het document zoals dat door de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en bekendgemaakt
Artikel 6
1. De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van de houder:
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen;
c. de geboortedatum;
d. de gemeente van geboorte
e. bet geslacht;
f. de Nederlandse nationaliteit
g. het adres;
h. de woonplaats
i. de lengte;
2. De identiteitskaart vermeldt voorts
a. de afgevende autoriteit;
b. het tijdvak waarvoor het document geldig is;
c. het documentnummer
d. het persoonsnummer
ehet druknummer
3. De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aantekeningen afgevende
autoriteit
4. De in het eerste lid onder a. genoemde geslachtsnaam omvat tevens de
voorvoegsels en adellijke titels
5. De in het eerste lid, onder b. genoemde voornamen worden voluit
geschreven en omvatten tevens de adellijke predikaten. Voornamen die
door de beperkte ruimte niet voluit zijn te vermelden worden met de
voorletter vermeld.
6. Aan de in het eerste lid, onder f. genoemde vermelding wordt, in het
geval de identiteitskaart aan een persoon als bedoeld in de Wet
betreffende de positie van Molukkers wordt verstrekt, toegevoegd:
In de rubriek "aantekeningen afgevende autoriteit"wordt in dit
geval vermeld: S.468.76.
7. De in het eerste lid, onder g. en h. genoemde gegevens, zijn het
adres en de woonplaats op het moment waarop de identiteitskaart wordt
verstrekt
8. De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pasfoto van 3 bij 4
cm van de houder en van de handtekening van de houder
Artikel 7 t/m artikel 15 vervallen per 1-1-1995
2