1. Inleidinq. Ondanks de uitspraken in de laatste "Welzijnsprogramma's" is er op dit mo ment nog geen sprake van een konkreet beleid ten aanzien van kinderspeel- terreinen. Inhoudelijk ligt er wel een drietal duidelijke uitgangspunten: a. de mogelijkheid voor een startsubsidie bij nieuwe kinderspeelterreinen in bestaande wijken/buurten die aan een aantal kriteria voldoen. Dit startsubsidie wordt ten laste van de eenmalige middelen gebracht. Het maximum voor dit startsubsidie bedraagt f 7.500,--. De dan nog ontbre- kende financiele middelen dienen uit externe fondsen of uit eigen midde len te worden verkregen. b. bij de aanleg van nieuwe wijken dient in de exploitatieopzet rekemng met een voorziening als een kinderspeelterrein te worden gehouden. Dit betekent niet alleen ruimte (grond) maar ook financiele middelen voor het inrichten van deze ruimte in de exploitatie opnemen. c. een post "Onderhoud" voor noodzakelijk jaarlijks onderhoud via het "Welzijnsprogramma"Dit budget wordt op f 2.500,-- vastgesteld. Financieel heeft het vorenstaande, en dan met name de punten a. en b., nog geen konkrete vertaling gekregen. De laatste jaren kan er van een (finan cieel) ad-ho.c beleid worden gesproken. Vanuit de posten "Sociale vernieu- wing" en "Onvoorzien voor eenmalige doeleinden" zijn er de afgelopen al een aantal kinderspeelterreinen gerealiseerd en/of opgeknapt. In dit kader kun- nen de volgende voorzieningen worden genoemd: het kinderspeelterrein van buurtvereniging "H. de Jongstrjitte" aan de H. de Jongstrjitte in Jelsum; het kinderspeelterrein van buurtvereniging "Tusken Heech en Leech (in It Skil) aan de Kinkhoarn in Stiens; het kinderspeelterrein van dorpsbelang "Jelsum-Cornjum" aan de Wylde Tulpstrjitte in Cornjum; het kinderspeelterrein van dorpsbelang "Finkum" aan de Holdingawei in Finkum; en het kinderspeelterrein van dorpsbelang "Hijum" aan het Leijesterpaed in Hijum. De voornoemde ontwikkelingen zijn echter niet op een beleidsvisie geba- seerd. Zij waren afhankelijk van de toevallige financiele mogelijkheden. Wij menen deze ad-hoc lijn thans echter te moeten verlaten en naar een konkreet beleid te moeten streven. 2. Be1eidsuitaanqspunten Een reeel kinderspeelterreinenbeleid dient een aantal uitgangspunten (kenmerken) te herbergen. Genoemd kunnen worden: een gelijke benadering van alle dorpen (aanvragen); en dezelfde inhoudelijke en financiele kriteria. Uitgangspunt bij een beleidslijn zal de vraag moeten zijn, tot hoever de gemeente in haar beleid ten aanzien van kinderspeelterreinen wil gaan? Ziet zij dit als een basisvoorziening; een vaste voorziening voor de jeugd bin- nen de leefbaarheid van een dorp/wijk. Zo ja, dan zal er een principiele keuze ten aanzien van de beleidsgrenzen moeten worden gemaakt. Centrale vraag hierbij zal dan, met name voor Stiens, moeten zijn "iedere wijk een eigen kinderspeelterrein, ja of nee?". Ja heeft hierbij als konsekwentie

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1994 | | pagina 57