2. De subsidiesvstematlek De gemeenten in het werkgebied van de nieuwe instelling hanteren verschil- lende subsidiesystemen. Het gaat daarbij grofweg om subsidising op basis van het exploitatietekort tot een vooraf bepaald maximum en budgetfinancie- ring op basis van een vooraf afgesproken prestatie. 2.1. Programma van eisen Om een keuze te maken voor een eenduidig subsidiesysteem is vooraf een programma van eisen opgesteld. Dit programma luidt als volgt: 1. het moet passen in een modern bestuurssysteem waarbij de gemeente in hoofdlijnen stuurt door middel van het vaststellen van de te leveren prestatie in ruil voor een te verstrekken budget. Het is de verantwoor- delijkheid van de instelling die prestaties op zo'n efficient en effek- tief mogelijke manier te realiseren; 2. het moet voor individuele gemeenten de mogelijkheid bieden om los van andere gemeenten de hoogte van de af te nemen hoeveelheid hulp te be- palen en dus ook de hoogte van de subsidie; 3. het moet een eenvoudig systeem zijn waarbij het overleg tussen gemeenten tot een minimum wordt beperkt; 4. het moet de doelmatigheid en doeltreffendheid bij de instelling bevorde- ren; 5. het dient zo goed mogelijk aan te sluiten op het CAP-rapport en op de wensen van de nieuwe instelling. Dit programma van eisen hebben we losgelaten op een tweetal modellen. Deze modellen zijn ontleend aan de huidige subsidiesystemen. Model 1: De kosten van de goedgekeurde personeelsformatie worden jaarlijks vastgesteld. Voor de overige kosten geldt een budget. De totale kosten van de instelling (minus overige inkomsten) worden over de gemeenten verdeeld op basis van inwonertal. Model 2: Op basis van een prijs per hulpeenheid (die vaststaat) wordt door de gemeenten individueel bepaald hoeveel hulpeenheden ze wil "af- nemen". De totale kosten van de instelling ten aanzien van een vooraf overeengekomen pakket van diensten worden op deze manier als het ware over de gemeenten verdeeld op basis van het aantal hulpeenheden dat de gemeenten willen afnemen. 2.2. Hulpeenheid Onder hulpeenheid wordt verstaan 66n of meer klifinten, die als eenheid hulp ontvangen van de maatschappelijk werker. Het gaat hierbij om een hulpverle- ning, die doorgaans bestaat uit meerdere kontakten met/over de klifint, met een tijdsinvestering van meer dan 66n uurKorte kontakten van minder dan een uur zijn geen hulpeenheden, wel worden ze daartoe herleid (nl. 20 korte kontakten is 66n hulpeenheid) Registratie zal plaatsvinden op basis van het "Informatiemodel algemeen maatschappelijk werk" Overigens merken wij ter nadere informatie nog op dat de gemiddelde tijds investering per hulpeenheid ongeveer 10 uur is en dat cijfer dalende is. 2.3. Budgetfinanciering Gelet op het programma van eisen hebben wij gekonkludeerd dat model 2 daar beter op aansluit dan model 1. Dat betekent dus een keuze voor een model waarbij gestuurd wordt op hoofdlijnen. Tussen de gemeente en de instelling worden vooraf afspraken gemaakt over de te leveren prestatie in ruil voor een budget. Deze afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1995 | | pagina 58