Biilaqe A.: "Zelfstandiqheid in fasen" Fase 0 1. De instelling gaat op zoek naar mensen die bepaalde behoeften signale- ren. De instelling organiseert bijeenkomsten voor al diegenen die de- zelfde behoeften signaleren. 2. Bij de instelling meldt zich een aantal individuen met dezelfdo behoef- De instelling biedt aan om gezamenlijk aan die gemeenschappelijke behoeften te werken. De instelling stimuleert, organiseert, voert uit, is aktief. De groep "konsumeert"ze is passief. Fase 1 De instelling zoekt sleutelfiguren uit de groep en betrekt die bij de orga- nisatie en uitvoering van aktiviteiten. De instelling gaat de basis verbreden door via de sleutelfiguren meer leden te werven met dezelfde behoeften als de groep. Enkele groepsleden zijn nu duidelijk aktief en voeren bepaalde taken uit. Fase 2 Er is een gestabiliseerde groep die een skala aan taken uitvoert. Ze werkt aktief aan verduidelijking van haar status, vooral gericht op de achterban. De instelling gaat op zoek naar leden die bestuursfunkties kunnen vervullen of dat in de toekomst zullen kunnen. Met het oog hierop laat de instelling bepaalde taken zelfstandig door groepsleden uitvoeren. De instelling stimuleert, ondersteunt en voert uit. Fase 3 Er worden verkiezingen georganiseerd en er wordt een bestuur gekozen. De groep heeft nu een duidelijke struktuur, zowel voor de eigen achterban als naar instellingen en andere organisaties toe. De instelling stimuleert, ondersteunt en bewaakt in deze fase van het pro- ces. Fase 4 Er is nu een organisatie (voorheen groep) met statuten en rechtspersoon- lijkheid. Ze treedt aktief naar buiten en legt kontakten met instanties en instellingen. De kontinu'iteit is gewaarborgd door aanwezigheid van voldoen- de kader. De instelling adviseert en bewaakt. Fase 5 De organisatie heeft voldoende potentieel aan vrijwilligers en/of deelne- mers om aktiviteiten te organiseren. Ze is zelfstandig, alleen verantwoording aan zichzelf verschuldigd en voert alle werkzaamheden zelf uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1995 | | pagina 83