woning. Rente verbonden aan (een deel van) de hypotheek, die
betrekking heeft op bijvoorbeeld de financiering van duurzame
gebruiksgoederen, wordt niet meegenomen
jNetto minimumloon
Deze omschrijving komt overeen met de omschrijving in de wet,
artikel 55, eerste lid en moet overeenkomstig worden uitgelegd.
Lid 2: De ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding
voert, wordt als gehuwd aangemerkt. Dit betekent, dat zij bij de
vaststelling van het recht op uitkering en de hoogte van de
uitkering worden behandeld als waren zij gehuwd.
Bloedverwanten in de eerste graad (ouder - kind) vallen niet onder
het begrip gezamenlijke huishouding; bloedverwanten in de tweede
graad bijvoorbeeld grootouder - kleinkind en broer - zus vallen
wel onder de omschrijving De verordening is van toepassing voor
personen van 21 jaar en ouder.
Lid 3: De gehuwde die gescheiden leeft van degene met wie hij is
gehuwd, wordt als ongehuwde aangemerkt. De verordening is van
toepassing voor personen van 21 jaar en ouder.
Lid 4: Dit lid geeft een nadere aanduiding van het begrip gezamen
lijke huishouding. De definitie is ten opzichte van de oude
definitie verduidelijktZo is het criterium duurzaam vervallen,
doch het gaat hierbij slechts om wijzigingen die ten doel hebben de
huidige bepalingen te verduidelijkenDe reeds ontwikkelde
jurisprudentie blijft derhalve van kracht. Bij algemene maatregel
van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van hetgeen
wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen voor een ander.
De verordening is van toepassing voor personen van 21 jaar en
ouder
Lid 5: In een viertal situaties wordt in ieder geval geacht sprake
te zijn van een gezamenlijke huishouding. Hebben twee personen in
dezelfde woning het hoofdverblijf en doet zich een dergelijke
situatie voor, dan worden zij geacht zonder nadere bewijsvoering en
zonder de mogelijkheid van tegenbewijs een gezamenlijke huishouding
te voeren.
Onder punt d. wordt verwezen naar de situatie waarin betrokkenen
elders staan geregistreerd als een gezamenlijke huishouding die
naar aard en strekking overeenkomt met de omschrijving in artikel
1, vierde lid. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld
welke registratiesen gedurende welk tijdvak, ertoe leiden dat de
betrokkenen, indien zij gezamenlijk gehuisvest zijn, worden geacht
een gezamenlijke huishouding te voeren.
Artikel 2
Artikel 38 van de nAbw schrijft voor dat de verordening vaststelt
voor welke categorieen de bijstandsnorm wordt verlaagd of verhoogd.
De categorie-indeling is gebaseerd op de nAbw. De begrippen zijn
nader uitgelegd in artikel 1 van de verordening.