3. Gemeentelijk toeslagenbeleid 3.1 algemeen De gemeente heeft de vrijheid en de verantwoordelijkheid om, als de norm voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder ontoereikend is om in de bestaanskosten te voorzien, omdat deze kosten niet met een ander kunnen worden gedeeld, deze norm aan te vullen met een gemeentelijke toeslag. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de toeslagen dient te worden vastgelegd in een verordening. De toelichting bij artikel 38 van de nAbw zegt hierover: "Uit artikel 38, lid 1 blijkt, dat het gemeentelijk beleid een categoraal karakter dient te dragen. Uit de verordening moet blijken voor welke categorieen er een verhoging of verlaging van de bijstandsnorm plaatsvindt en tevens op grond van welke criteria het bedrag van die verhoging of verlaging wordt vastgesteld. De verordening moet derhalve een zodanig karakter hebben dat de belanghebbenden daaruit concreet kunnen aflezen welke verhoging of verlaging in hun situatie geldt" Over de inhoud van de verordening bepaalt de wet in artikel 38, lid 3 nog het volgende: "In de verordening worden uitsluitend verhogingen of verlagingen vastgelegd als bedoeld in de artikelen 3 3 tot en met 37." De toelichting op dit artikel vermeldt ten aanzien hiervan nog: dat de bevoegdheid van de gemeente om bij stand op categorale wijze hoger of lager vast te stellen beperkt blijft tot de in de voorafgaande artikelen genoemde situaties. verdergaande categorale bevoegdheden zouden afbreuk doen aan de betekenis van de wettelijke kaders om een toereikende bijstandsverlening te garanderen." 32 Uitgangspunten Bij de ontwikkeling van de verordening op de toeslagen en kortingen is uitgegaan van de navolgende criteria: aUitvoerbaarheid/handhaafbaarheid De huidige normensystematiek is te ingewikkeld. Vereenvoudiging van deze systematiek is ook voor de rijksoverheid een doel van het beleid. Voorkomen moet worden dat de gebreken van de oude wetgeving weer op duiken in de nAbw Eenvoud is ook noodzakelijk om voldoende aandacht en tijd voor andere aspecten van het beleid, bijvoorbeeld de uitstroom, te garanderen. Eenvoud betekent bovendien, dat de mogelijkheden om te komen tot vergaande automatisering vergroot worden. De systematiek moet in belangrijke mate handhaafbaar zijn. Mogelijkheid tot misbruik en oneigenlijk gebruik moet worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1995 | | pagina 36