H 9 4 Het gemeentelijk kortingensysteem 41 Algemeen Naast de in hoofdstuk 3 genoemde mogelijkheden om op de basisnorm een toeslag te verlenen kan in andere situaties aanleiding worden gevonden deze norm en/of de toeslag te verminderen. De nAbw biedt hiervoor de volgende mogelijkheden: - woningdeling bij gehuwden: het kunnen delen van de algemene kosten van het bestaan met een ander, zoals bij woningdeling, kostgangers en onderhuurdersinwonende kinderen met eigen inkomsten bij personen zonder woonkosten (zwervenden, krakers etc.); - bij schoolverlaters jonger dan 27 jaar, die korter dan een half jaar geleden hun opleiding hebben beeindigd; bij alleenstaanden van 21 of 22 jaar als de hoogte van de toeslag een belemmering kan vormen voor het aanvaarden van betaalde arbeid. Het verlagen van de uitkering vindt bij voorrang plaats op de toe slag. Wordt er geen toeslag verstrekt, dan vindt de verlaging plaats op de basisnorm. 4.2 Woningdeling bij gehuwden (artikel 34 nAbw) De nAbw gaat uit van een verlaagde norm voor alleenstaanden en al- leenstaande ouders, waarop toeslagen mogelijk zijn. Voor clienten die bijstand ontvangen naar de norm voor een gehuwde is niets vast- gelegd. Voor deze categorie is de uitkering vastgesteld op 100% van het netto minimumloon. Artikel 34 nAbw biedt de mogelijkheid om voor gehuwden, die de kosten van het bestaan met anderen kunnen delen, de uitkering te verlagen. "Burgemeester en wethouders kunnen voor een echtpaar de bijstandsnorm verlagen voor zover de belanghebbenden lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander." Voor het bepalen van de hoogte van de aftrek kan geheel worden aan- gesloten bij de systematiek zoals die voor de berekening van de toeslagen is gehanteerd Uitgaande van de forfaitaire variant wordt een vast percentage in mindering gebracht bij iedereen die niet al- leen een woning bewoont. We moeten hierbij streven naar een logisch systeem, hetgeen inhoudt, dat het percentage van de verlaging com- plementair moet zijn aan de korting op de maximale toeslag bij al leenstaanden en alleenstaande ouders. De verlaging kan in dit kader worden bepaald op 10% van het netto minimumloon. Voorgesteld wordt om geen onderscheid te maken naar de aard van de inwoning (inwonende kinderen, kostgangers, en dergelijke) Ten aanzien van de voorgestelde wijze van het verlagen van de basis- norm en/of toeslag, dient ook te worden gewezen op de bepaling in artikel 48, lid 3 van de wet:

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1995 | | pagina 42