10
"Indien de belanghebbende de woning bewoont met een of meer
huurders, onderhuurders of kostgangers, worden de daaruit
voortvloeiende lagere algemene noodzakelijke kosten van het
bestaan als inkomen in aanmerking genomen voor zover
burgemeester en wethouders daarmee nog geen rekening hebben
gehouden bij de vaststelling van de verhoging of verlaging van
de bijstandsnorm als bedoeld in afdeling 1, paragraaf 3."
Met andere woorden, het verlagen van de basisnorm en/of toeslag op
grond van gemeentelijke beleid, heeft gevolgen voor de korting van
inkomsten uit onderhuur of kostgangerschap. Dezelfde inkomsten mogen
niet tweemaal worden gekort.
Indien er sprake is van de aanwezigheid van meer dan een persoon
waarmee de kosten van het bestaan gedeeld kunnen worden, lijkt het
alleszins redelijk rekening te houden met het voordeel hieruit.
Derhalve wordt voorgesteld de verlaging van de basisnorm en/of
toeslag te verhogen tot 20% van het netto minimumloon in dergelijke
situaties
4.3 Niet hebben van woonkosten (artikel 35 nAbw)
Bij het ontbreken van de woonkosten, kan besloten worden tot een
verlaging van de basisnorm en/of de toeslag, op grond van de bepa-
lingen in artikel 35, lid 1 van de wet:
"Burgemeester en wethouders kunnen de bijstandsnorm of de toe
slag, bedoeld in artikel 33 lager vaststellen voor zover de be
langhebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het be
staan heeft dan waarin de bijstandsnorm of de toeslag voorziet,
als gevolg van de bewoning van een woning waaraan geen woonkos
ten zijn verbonden."
Aanleiding voor toepassing van de verlagingsmogelijkheid is, dat een
bijstandsuitkering voldoende moet zijn om in de algemeen
noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. De kosten
van het wonen maken hier deel van uit. Het is dan ook verdedigbaar
om bij de vaststelling van de hoogte van de bij stand rekening te
houden met het al dan niet aanwezig zijn van woonkosten
Voor wat betreft de hoogte van de verlaging bestaan verschillende
mogelijkheden. Naast het vaststellen van een gemeentelijk bedrag,
kan namelijk ook aansluiting worden gezocht bij het bedrag dat het
Ministerie van VROM hanteert als minimumbedrag voor het toepassen
van huursubsidie
De voorkeur in deze gaat uit naar het volgen van het VROM bedrag,
boven het op gemeentelijk niveau vaststellen van een verlagings-
bedrag
Opgemerkt moet worden, dat het vaststellen van een bedrag in de
verordening een (half-) jaarlijkse aanpassing tot gevolg heeft. Het
is daarom praktischer het bedrag om te rekenen naar een percentage
van het netto minimumloon. Het verlagingspercentagedat dit bedrag
het dichtst benadert ligt op 18%.
De voorgestelde verlaging is van toepassing op alleenstaanden, al-
leenstaande ouders en gehuwden.