11
4.4 Het recent hebben beeindigd van een studie of opleiding (artikel
36 nAbw)
Op grond van de huidige Bijstandswet ontvangen schoolverlaters
gedurende het eerste half jaar na het beeindigen van de studie of
beroepsopleiding een lagere bijstandsuitkering, die afgestemd is op
het budget voor levensonderhoud ingevolge de Wet op de studiefinan-
ciering (Wsf).
Artikel 36, lid 1 van de nAbw biedt burgemeester en wethouders
eenzelfde verlagingsmogelijkheid:
"Burgemeester en wethouders kunnen de bijstandsnorm of de
toeslag, bedoeld in artikel 3 3 lager vaststellen voor de
belanghebbende die recent de deelname heeft beeindigd aan
onderwijs of beroepsopleiding op grond waarvan aanspraak
bestond op studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de
Wet op de studiefinanciering dan wel op kinderbijslag.
Van een recente beeindiging van de deelname aan onderwi js of be
roepsopleiding is sprake zolang er nog geen periode van een half jaar
is verstreken, gerekend vanaf het tijdstip van de beeindiging. Deze
periode mag met ten hoogste twee kalenderkwartalen worden verlengd
voor diegene voor wie op grond van artikel 2, tweede lid, van de
Jeugdwerkgarantiewet (Jwg) de werkloosheidsduur wordt verlengd
(artikel 36, lid 2, nAbw).
Een argument voor het laten meewegen van de schoolverlaterscomponent
is, dat de bijstandsverlening voor sommigen hoger kan uitvallen dan
het loon dat men verdient in een baan of in het kader van de Jwg. Na
het beeindigen van een studie of opleiding bestaat er gedurende het
eerste halfjaar van werkloosheid recht op een bijstandsuitkering.
Als het niet lukt om in deze periode werk te vinden, komt men in
aanmerking voor de Jwg. Dit zou dus in een aantal gevallen kunnen
leiden tot scheve inkomensverhoudingen
Anderzijds dient echter te worden opgemerkt, dat juist de eerdere
rijksregelgeving ten aanzien van de schoolverlatersnormen leidde
tot een chaotisch en onoverzichtelijk normensysteem. Afgewogen moet
worden welk "nut" het toepassing geven aan de mogelijkheden van
artikel 36 nAbw heeft.
Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders zijn de normen reeds
verlaagd. Een toeslag kan worden verstrekt in het kader van de
bijzondere bijstand voor personen tot 21 jaar of anderszins voor
personen vanaf 21 jaar. Bij het verstrekken van dergelijke toeslagen
kan rekening worden gehouden met het feit dat de betrokkene school-
verlater is.
Slechts voor gehuwden (beiden 21 jaar of ouder) lijkt een korting
wegens schoolverlating enige zin te hebben. Maar ook hier kan de
vraag gesteld worden of een verlaging van de norm en wel in de rede
ligt Het gaat dan om ex-studerenden die voorafgaande aan de
bijstand een laag inkomen genoten op basis van de Wsf. Omdat nu het
inkomen in de studieperiode zo laag was, zouden dan nu ook de
bijstandrechten tiideliik moeten worden verlaagd. Hierdoor ontstaat
een rechtsongelijkheid tussen bijstandsgerechtigden die voorafgaan-